De Alpen rond met twee KTM’s… en een GS1250 (8)

“JP! Als jij effen die douchekop vasthoudt, dan kan ik effen douchen”. De badkamer, zo heet het ding officieel, heeft alleen een ligbad. De douchekop die erin ligt… geen haak om hem op te hangen. JP doet een poging maar haakt snel af. Daar heb je geen moer aan. Dan maar badderen. Cor doet een poging maar… geen stop in de afvoer. Dat werkt dus ook niet. Dan maar gewoon met je kop onder de kraan en een washandje. Ik niet. Ik geloof het wel. Pleurt op! Met die Corona moet iedereen toch twee meter afstand houden, in Frankrijk, nou… ik krijg vanavond ruimte zat! Cor en ik delen het houten hok. De hoteleigenaar noemt het een kamer. We zien kans onze vier zijkoffers,  twee roltassen en twee tanktassen erin te krijgen. Maar… lastig. We spreken af: als Cor zijn linkerkoffer opent om zijn broek te pakken moet mijn rechterkoffer eerst dicht, dan trekt hij zijn broek aan, dan moet zijn koffer dicht en kan ik de mijne openen voor een T-shirt. En dan heb ik het nog niet gehad over het feit dat je moet bukken om die broek aan je reet te krijgen. En bukken doe ik niet graag met kerels in de buurt. Een strakke planning is het halve leven. Stopcontacten. We willen toch de electronica van vers sap voorzien. We ontdekken er één. Daarvoor moet eerst Cor’s bed opzij. Vervelend want dan kunnen we die koffers niet meer open krijgen. Dan vinden we een TV. Als we daarvan de stekker eruit trekken hebben we nog een stopcontact. Top. Dat maakt al twee. Echte luxe. Daar houden wij van. De prijs van dit moois? Zeventig euries. Voor een nacht. Zonder ontbijt. Terwijl ik even uit het raam van ons luxe verblijf kijk (uitzicht op het zinken dak van het restaurant eronder) zie ik de hoteleigenaar schuddebuikend van de lach in zijn Ferrari stappen. Zijn vrouw zit ernaast. Die lacht nog harder. “Hebben we alweer een paar kaaskoppen aan hun taart!”. Ik zie het ze denken. Ik zag een paal ergens in dat restaurant. Daar hang ik vanavond dat wijf in! Hebben we tenminste nog wat voor onze dure centen. En JP? Die heeft een eigen kamer. Die is zojuist achterin die Ferrari gestapt.

Nou wil je natuurlijk weten waar deze hut staat. In Serres. In de buurt van Gap. Hotel du Nord heet de tent. Nee, stop maar. Je vindt het niet op Booking.com. Niet verrassend want Booking kent geen negatieve sterren. En die gaan ze van mij krijgen! Ik zweer het je! Serres is het geplande eindpunt van onze motortrip van deze donderdag. Prima, alleen we hebben het verkeerde hotel gekozen.

Hoe we hier gekomen zijn? Stomme vraag. Rijdend natuurlijk. JP en ik zijn vanmorgen begonnen vanuit Moustiers-Saint-Marie met een rondje Route des Crètes. Dat was een aanrader van JP’s zakenrelatie (hij heeft er maar één). Het idee is eerst dat rondje te rijden en dan weer terugkomen in Moustiers voor een bak koffie. Kan makkelijk want het rondje telt zestig kilometers. Peuleschil. Cor gaat niet mee. Cor gaat een cultuurmomentje doen. Hij gaat alle trappen in Moustiers op en af. Vinden wij goed. Eerlijk is eerlijk, die Route des Crètes is serieus mooi. Het is voornamelijk een panoramaroute langs de Gorges du Verdon. Je rijdt de weg van pakweg vier meter breed, links van je heb je de Gorges op twee meter, hooguit, en nee, er zit géén hekje tussen. Of zoiets. De uitdaging is de kloof te bekijken en het landschap erachter, en dat wil je want adembenemend mooi, en daarbij ook de motor gewoon op de weg te houden. We ontdekken dat dat lukt als we dertig km/u rijden. Het is slim om niet over de rand te rijden. Want er is een probleem met die Gorges: het is serieus diep. Als je hier een eind aan je leven wilt maken moet je ruim de tijd hebben want het duurt een kwartier voordat je beneden bent. Minstens.

Terug in Moustiers parkeren we de brommers op het pleintje en ziet JP kans hem om te flikkeren. Niet echt zijn schuld. Zijn voet glijdt weg van de jiffy waardoor hij de controle verliest. Schoonmakers hebben de weg schoongespoten met een mengsel van water, diesel en sop. Het wegdek is spiegelglad. In de hete zon droogt het snel en schoon op maar daar hebben we nu even niks aan. We zetten het ding weer overeind. Schade? Vrijwel niks. Top. Tijd voor koffie.

We zetten koers naar de Mont Ventoux. We gaan uiteraard volledig binnendoor en dat blijkt een schitterende route. De weg slingert door het landschap, door dalen en langs heuvels, door bossen… prachtig. Het is zelfs spannend sturen. En wat we ook zien: lavendelvelden. Honderden. Paars zover je kunt kijken. Ook prachtig. Het ruikt ook lekker. Als we tenslotte de Ventoux bereiken is het weer een beetje grijs geworden. De opgang naar boven slingert door een enorm bos en het duurt even voordat je boven de boomgrens komt, maar dan heb je ook wat: een enorme witte berg stenen waar niks op groeit. In de hoogte zien we het weerstation. Mart Smeets had het altijd over een maanlandschap, als hij de Tour de France versloeg, want die jongens komen vaak over deze pukkel. Waar we ook rekening mee houden zijn de talloze wielrenners die met een koleregang de afdaling doen. Zo’n knaap wil je echt niet van zijn zadelpen tikken als je met de brommer door de bocht komt. Boven gekomen blijkt dat we niet verder kunnen. De summit is afgesloten voor alle verkeer. Geen idee waarom. Dat is lastig want afdalen aan de andere kant hebben we in de planning. Gaat dus niet. JP vindt gelukkig vlot een alternatief. Ja, we moeten een stukje omrijden maar hé… is dat erg? Dus weer omlaag en door. Richting Gap. Ook een prachtige weg. Lange bochten, nauwelijks verkeer (alweer) alleen jammer dat het geregend heeft en we met nat wegdek te maken hebben. Nee, wij krijgen zelf geen spatje. Da’s weer mooi.

Tenslotte, het is rond de klok van vier, arriveren we in Serres. En vinden we een luxe suite in een tophotel. Zie boven.

Inmiddels hebben we ook gegeten. In dezelfde krakkemikkige bende. Op het buitenterras. Ja, dat heeft het etablissement ook. Scheelt het aanbrengen van een dak. Maar toegegeven: het eten was prima. De serveerster (dochter?) die het brengt is prettig om naar te kijken. Ook belangrijk. Zouden ze Jaegermeister hebben? Als dat zo is: een toptent. Echt. Dat terras heeft ook een paar palen. Ook geregeld. Nou die Ferrari zoeken. We moeten die paal vullen!

Alle berichten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.