Deventer. In het kielzog van Huub

Zondag. Mooi weer. Eerst Max kijken. Om 7 uur ‘s-ochtends. Waarom zo vroeg? Maar goed, daarna heb je nog wat aan je dag. Max vertrekt en pas bij de finish zien we hem terug. Leuk voor Max, knap ook, maar als kijker is er niet heel veel aan. Achter Max gebeurd van alles. Dat maakt het toch weer grappig. En verder vandaag?

Een week geleden voer acteur Huub Stapel met een bootje over de IJssel. Hij maakt daar een TV-programma over. Over die Ijssel. Leuk! Hij kwam langs Deventer. Onderuit gezakt op de bank met een zak chips ontdekte ik dat Deventer een leuke stad is. Natuurlijk ook omdat Özcan Akyol er woont en goede analyses schrijft in het AD. Ik dacht: dat moet ik toch eens met eigen ogen zien. Nee, Akyol niet, Deventer! Toen schoot me te binnen dat motormaat Ronald van der Klooster daar woont. Even appen. “Ja hoor, kom maar langs”. En zo zit ik om half elf ‘s-morgens in het zadel van de KTM voor een retourtje Deventer.

Ik zou binnendoor kunnen rijden maar naar Deventer is dat best een eind. En zo enorm leuk vind ik Nederland op de motor niet meer. Met al die snelheidsdrempels, rotondes, flitsers, stoplichten en vooral: al die drukte. Altijd. Overal. Als je net uit Noorwegen komt, of net uit de Pyreneeën, of net uit Wales dan is Nederland niet meer zo boeiend. Dus ik doe gewoon anderhalf uur snelweg. Nee, dat is ook geen feest maar dan kan je lekker onderuitgezakt, gezicht op “dom” en de blik op “oneindig”, kilometers bonken. Rond twaalf uur sta ik in Deventer in de door Ronald genoemde parkeergarage en een paar minuten later staat hij voor m’n neus. Hij ziet er nog net zo uit als de laatste keer toen ik hem in Sauerland ontmoette, een jaar of vier geleden. Andersom zal het niet anders zijn. Ik word er ook niet knapper op. Het is leuk om Ronald weer eens in levende lijve te zien, in plaats van al die Facebook berichten.

Ronald woont in de binnenstad van Deventer en is er geboren en getogen. Hij kent er elke stoeptegel en dat is verrekte handig. We doen een uitsmijter, zoals dat hoort bij echte motorrijders, op een prettig terras. Daarna sleurt Ronald me door alle straten, stegen en pleinen van Deventer. En hij vertelt er van alles over. Echt leuk. Huub Stapel was snel klaar met die koek en dat stadhuis met al die afbeeldingen van vingerafdrukken op de gevel. Ronald niet. Die laat me alle oude en nieuwe architectuur zien. En een fietspad dat behouden is gebleven omdat Ronald en een vriend ervoor gevochten hebben alsof hun leven er vanaf hing. Ze hebben gewonnen en zo hoort het ook. Want de lokale politiek had een minder plan. Dat fietspad heeft nog geen naam. Nog niet. We varen de Ijssel over met een leuk voetgangerspontje en bekijken de camping aan de andere kant. Ik heb iets met campings. Vandaar. En we bewonderen de skyline van Deventer vanaf de andere kant van het water. De pont kan gelukkig ook weer terug. Jazeker, lopen kan ook maar daarvoor heb ik de verkeerde schoenen aan.

Rond half vijf hangt mijn tong op mijn schoenzolen en meld ik Ronald dat ik toch wel weer naar huis wil. Inderdaad, opnieuw anderhalf uur rijden maar nu de andere kant op. Tegen de laagstaande zon in. Dat blijkt het laatste kwartier nog een dingetje. Ik heb een leuke dag gehad. Ronald ook, laat hij me later weten. Da’s mooi. Ben je ooit in Overijssel, ga dan Deventer bekijken. Het is de moeite waard!

1 reactie

  1. Henk Put schreef:

    Tja dat kun je wel aan Ronald overlaten. Hij weet Deventer wel te verkopen. Inderdaad een mooie stad

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.