#08 Pyreneeën – Afgesloten natuurpark gewoon open

Zaterdag 8 juli. Op internet zien we al enige tijd berichten over een Spaans natuurpark in de Pyreneeën dat volledig afgesloten zou zijn voor alleen motorfietsen. Iets met milieu en overlast en zo. Er wordt hier en daar stemming over gemaakt. Dat park zit volledig in de door ons geplande route. Maar als we in het gebied aankomen: geen borden, geen wegversperringen, geen koning met een boze blik, geen politie met waterkanonnen, helemaal niks. Wel motorrijders die ons tegemoetkomen. Die zwaaien vriendelijk. Zoals motorrijders dat doen. Dus dat verhaal is complete onzin.

De route is schitterend. Dat dan weer wel  We beginnen uiteraard weer met een piepklein Spaans bakkertje. Het scheelt weinig maar we kopen zijn vitrine vrijwel leeg. Internet heeft de oude baas niet, een electrieke kassa ook niet, dus we doen het contant. Voor rond de tien euro hebben we een paar zakken vol proviand. Het is rond de klok van negen en het is zodanig fris dat we op enig moment besluiten om te stoppen om onze textieljassen aan te doen. Een uurtje later rijden we aan het eind van een lange weg tegen de Col de Bonaigua aan. Een opmerkelijk ding want van een relatief rechte weg gaat het ineens over in een lange serie prachtige en lange haarspeldbochten die als serpentine omhoog slingeren tot je boven bent. Alle bochten zijn breed en goed te overzien zodat verrassingen uitblijven. Ik heb de Col door de jaren heen van beide kanten diverse malen gereden en weet: dit is feest. Er is nauwelijks verkeer. Mike besluit om achter me aan te haken en gezamenlijk rauzen we omhoog. Het enige dat je in de gaten moet houden zijn de uitwerpselen van koeien. Daar kan je beter omheen rijden.

De temperatuur gaat omhoog. Als we Vielha naderen tikt de thermometer tweeëndertig graden aan. Het is er druk en er is een groot fietsevenement. De centrale parkeerplaats is volledig afgezet met hekken. We vinden toch een terrasje en doen een drankje. De textieljassen worden weer verwisseld door de doorwaai-jacks. We vervolgen de route over doorgaande N-wegen die geweldig door het landschap kronkelen met lange, lome bochten. Er is weinig tot geen verkeer wat maakt dat we op zeker moment met een tempo van rond de honderddertig rondtuffen. Op deze manier schiet het lekker op. Het landschap wordt desolaat. Bruin, geel en gortdroog. Nauwelijks dorpjes. De temperatuur stijgt naar de zevenendertig graden. Bij iets wat op een wegrestaurant lijkt gooien we de brommers aan de kant, ploffen neer op een terras waar nauwelijks stoelen staan en bestellen alleen een fles koud water. Met vier glazen. Normaal sluit daarna de eigenaar van het etablissement meteen de deuren, stapt in zijn Ferrari en rijdt naar huis, maar met deze omzet zit dat er niet in vrees ik. We rijden langs een stuwmeer. Als ik omlaag kijk zie ik in de diepte nog een beetje water staan. Ik schat dat het waterpeil misschien wel dertig meter lager staat dan normaal het geval is. Opmerkelijk. Ik rijd achterop een rij auto’s dat met een zeikgang van nog geen veertig in het uur over de weg kruipt. De toegestande snelheid is hier negentig. Ik vraag me af wat er aan de hand is tot ik ineens de voorste auto in beeld krijg. Eén of andere zeikteil in een oud brik met z’n arm uit het raam die geen enkele zin heeft om een gangbaar tempo te rijden. Irritant. Met de lange slingerbochten durven de auto’s erachter niet in te halen. Wij wel. Dat is het voordeel van een motor met honderdzeventig paardekrachten. Als ik de vent voorbij schiet kijk ik even. Nee, het is geen oude opa. Het is een jonge lul met een zeiksnor en een telefoon in z’n handen. Zo fijn, social media.

We koersen naar Jaca. Een stad in het midden van de Spaanse Pyreneeën. Vorig jaar was ik er ook. Toen stond ik er met mijn tentje op de lokale camping voor een toerrit met de motorclub van Kerst Visser. Nu geen camping. Nu doen we een hotel met zwembad. We kunnen de motoren keurig in de garage kwijt. We plonzen het zwembad in, doen een drankje en lopen daarna het centrum van Jaca in. Daar is sinds vorig jaar niets aan veranderd. JP koopt een ansichtkaart die hij graag van hieruit wil versturen, wat betekent dat hij een uur zoet is met zoeken naar een postzegel. Bij vijfendertig graden in de schaduw. Hij slaagt in de missie en ontdekt dan een zaakje dat postzegels verkoopt op de hoek bij het hotel. Hilariteit. Het zijn dingen die zo’n vakantie extra leuk maken. Diner. We doen een schnitzel. Steven doet een hamburger. Een dubbele. Het voer komt op tafel. We kijken verbaasd. Zoveel?! Steven komt aan de tweede burger niet toe. De eerste puilt z’n neus uit. We leren weer wat. Natuurlijk doen we een ijsje. In een leuke ijszaak. Een jonge knul helpt ons. Engels spreekt de knul niet. JP vraagt hem waarom niet. Euhhh…. Kijkt ie weleens Netflix? Een Engelse serie? Euhhh… Die worden Spaans ondertitelt JP. Oh. Dat helpt niet.

1 reactie

  1. Mark Putting schreef:

    Erg mooie verhalen weer Ron! Zowel in het noorden van Europa als nu in de Pyreneeën. Hopelijk blijft het een beetje te doen qua temperatuur!
    Groeten aan Steef en de rest!
    Mark

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.