#09 Pyreneeën – Met het hoofd in de wolken

Zondag 9 juli. Vandaag een lange dag. Volgens de routeplanner mogen we haast zeven uur op het zadel. De verwachting is ook dat het opnieuw heet wordt. Dit alles maakt dat we besluiten om vroeg te gaan rijden. Dat lukt. Om half acht in de ochtend vertrekken we uit Jaca. Het plan is om eerst een stukje naar het westen te rijden zodat we de Col de Belagua kunnen rijden en dan door de Franse Pyreneeën over de Aubisque en de Soulor naar Bagneres-de-Luchon. Voor mij een bekende rit. Voor de mannen is het de eerste keer.

Koud! Het duurt niet lang of we gooien de brommers aan de kant om warmer textiel aan te trekken. Maar dit stuk is schitterend rijden. We komen door de Valle de Roncal en dat is genieten. Er is nauwelijks tot geen verkeer op de weg. En we kijken regelmatig tegen de opkomende zon in als de weg naar het oosten draait. Dat is toch wel een dingetje. Mijn vizier is niet okselfris meer en noodgedwongen houd ik het voornamelijk open om nog een beetje een idee te krijgen waar ik precies rijd. Dan naderen we de grens met Frankrijk. En de Col de Belagua. Als we die bereiken herken ik de weg en het landschap van alle voorgaande keren dat ik hier was. Ik weet wat er gaat komen maar Mike, die achter me rijdt, niet. JP en Steven zijn vooruit gereden. De brede weg gaat met lange en korte slingers over en tussen indrukwekkende rotsformaties door. Als we op het hoogste punt aankomen, met een stukje asfalt waar je kunt parkeren en een bankje stappen we af. Mike klimt de heuvel een stukje verder omhoog en als we daar naast elkaar staan kijken we neer op een enorme wattendeken die deels de valleien bedekt. Het is de eerste keer dat ik hier laaghangende wolken zie. Het is prachtig! De grens met Frankrijk zit aan de andere kant een paar honderd meter verder. En ook aan deze kant stoppen we herhaaldelijk om van het geweldige uitzicht te genieten. Hier vinden we JP en Steven weer terug die ook hun ogen uitkijken. Mooi.

Die laaghangende wolken zijn prachtig als je erboven zit. Maar dat duurt niet lang. Uiteraard dalen we weer af en dan is die bewolking een nadeel: mist. Als voorrijder probeer ik de weg te herkennen en de Garmin helpt een handje maar het is verre van ideaal. Ik laat de KTM in de eerste versnelling langzaam door de bochten zakken maar met hooguit tien meter zicht is dat spannend. Mijn beslagen bril helpt ook niet. Nog verder omlaag klaart het op en zie ik weer wat. Het wegdek is nat en we rijden in de miezer. Mike en Steven besluiten om de regenpakken aan te trekken. We vervolgen de route. We krijgen gezelschap van koeien. Die lopen op de weg en in de weg. Steven manoeuvreert er voorzichtig tussendoor. Hij denkt: “als dat beest nú zijn kop omdraait dan hang ik aan zijn horens”. Het beest doet het niet en kijkt stoïcijns voor zich uit. Voor een mooie KTM is dat eigenlijk een belediging. JP krijgt echter een uitdaging want de dieren sluiten hem in. Hij kan geen kant meer op en moet wachten tot de beesten sullig voortsjokken en ruimte maken. Mike ligt in een deuk. Richting Arette. Hier scoren we weer onze croissants en een drankje.

Het droogt op. Aan de Franse kant rijden we de Col de Marie Blanque, de Aubisque, over het tussenliggende balkon naar de Col de Soulor, de Col de Tourmalet, Col d’Aspin en de Col de Peyresourde. Het is een overbekende route en één van de mooiste ritten van de week. Hier en daar gaan we los en gummen we een fors tempo. Op andere momenten genieten we van de prachtige uitzichten. Ineens zijn we ergens JP en Steven kwijt. Mike en ik wachten langs de kant en het duurt en duurt. We raken ongerust. Dan komen de mannen eindelijk aanrijden. Als JP gestopt is meldt hij dat zijn telefoon uit zijn zak is geglipt en op de straat is geklettert. Desalniettemin komt het apparaat nog redelijk ongeschonden uit de strijd. Alleen het scherm zit vol kneuzen en scheuren. Maar hij doet het nog.

Fietsers vormen een uitdaging. Er zijn opnieuw veel Joop Zoetemelks die zich met een bloedgang omlaag storten en de hele weg gebruiken. Het lukt om ze te passeren maar daarvoor is een goede timing een vereiste. Als Mike een geslaagde poging doet maar kort daarop in de remmen moet moet de fietser vlak achter hem alle zeilen bijzetten om het dunne fietsje op de nóg dunnere bandjes overeind te houden. De man slingert en slipt alle kanten op maar blijft overeind. Of hij blij is heeft hij ons nog niet verteld.

Om drie uur arriveren we in Bagneres-de-Luchon. Veel vroeger dan we verwacht hadden maar ruim op tijd voor de start van de Formule 1. We vinden een hotel en zoeken de kamers op. Die blijken niet schoongemaakt. De lakens liggen overhoop en vertonen sporen van een woelige nacht en ook de handdoeken liggen nog op de grond. JP’s Franse talent komt van pas. Hij klaagt bij de receptie, het meisje komt kijken, geeft toe dat het mis is en geeft ons andere kamers. Da’s mooi. We kunnen het zwembad in. Hier zien we Max Verstappen wegrijden bij de rest. TV kijken staande in een fris zwembad is niet mijn idee van comfortabel en ik haak af. Omkleden op de kamer. JP komt met me mee en gezamenlijk zoeken we in de gezellige winkelstraat van Bagnères een boulangerie voor een hapje en een drankje. De meid achter de counter is reuzeaardig, spreekt behoorlijk Engels en wil dat graag op ons oefenen. We vinden het goed.

Mike en Steven sluiten aan. Restaurantje. Mixed grill. Alweer een topdag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.