De Alpen rond met twee KTM’s… en een GS1250 (5)

Het hotel in Aprica is super. Dat heb ik ook Google Maps gemeld. Vijf sterren. Ik laat het even aan de eigenaar en zijn vrouw zien en ze zijn er blij mee. We zijn hun eerste buitenlandse gasten sinds de crisis. En ze hebben (nog) nauwelijks klandizie en dus zorgen. Ik vind het sneu voor ze en dat meen ik. Maar wij kunnen er weinig aan doen. Ja, de rekening betalen. En die is met honderd euries niet bijzonder.

Het is rond de klok van negen als we het dal uitrijden. Het idee is om met een omweg te eindigen vlak onder het Lago Maggiore. Met tweehonderdvijftig kilometer niet een bijzonder lange rit. De eerste honderd kilometers gaan over de Strada Stratale, Rechttoe, rechtaan, veel verkeer, niks bijzonders. Saai, zeg maar. Veel lange tunnels, dat ook. Bij Castro eraf en dan het binnenland in. En dan wordt het sturen. Véél sturen. Op de vierkante centimeter kappen en draaien. De opgang naar de Stelvio en dat dan twee uur lang.  Of zoiets. We komen nauwelijks nog een recht stuk tegen. De weg is vaak smal, Eén auto breed, meer niet. En onoverzichtelijk. Auto’s van de andere kant zie je te laat. Dat werk. Dus het moet met beleid. Vijftig km/u is eigenlijk al te hard. Alles in de tweede versnelling. Dat dus. Is dat leuk? Nou, ik moet even wennen maar op zeker moment krijg ik er lol in. Ik pas een andere bochtentechniek toe: gewoon rechtop blijven zitten en de motor onder je wegdrukken. Je houdt volledig overzicht en kontrole maar je kan uitzonderlijk kort draaien. Het werkt prima. Broer Cor wordt er minder vrolijk van. Hij is het op enig moment zat. Maar ja. We zijn er nog lang niet. JP heeft er minder problemen mee. Ook hij ziet er de lol wel van in. Wat aanzienlijk scheelt: de omgeving is prachtig en we hebben perfect weer. Eerder te warm, beter gezegd. Op veel plaatsen schitterend uitzicht op bergen en diepe dalen. De natuur is prachtig! We komen door veel kleine en pittoreske dorpjes. In één zo’n gat doen we een lunch.

We slaan ergens af en draaien een smalle kloof in. En hier kijken we onze ogen uit. Dit is echt fenomenaal! De weg slingert langs een snelstromend riviertje en wordt opgesloten door hoge en steile rotswanden. We laten het tempo zakken. Wandelen is het meer. En veel stoppen voor foto’s. Hier hard doorheen jakkeren (wat eigenlijk niet gaat) is een doodzonde. Dat doe je gewoon niet! En na de kloof… nog meer slingeren, kappen en draaien.

Uiteindelijk komen we weer op doorgaande wegen terecht. En in de drukte. Het gebied onder de grote meren is eigenlijk één grote stad. Het is met drieëndertig graden bloedheet. We ronden onnoemelijk veel rotondes. We moeten gewoon met de stroom mee. Cor doet nog een poging tot inhalen en drukt de KTM in allerlei gaten maar JP gebaart: heeft geen nut.

Een half uur voordat we de eindbestemming (Castelletto) bereiken zetten we de brommers langs de kant. We zijn het zat. We besluiten een hotel in de navi’s te tikken en daar de snelste weg naartoe te rijden. Het zorgt ervoor dat we op de Autostrada terecht komen. Het kost ons één euro zeventig aan tol. Dan eraf en ergens een bos in en we vinden iets dat het hotel zou moeten zijn. Gesloten. Gadver. We pakken de telefoons erbij en we vinden dichtbij een andere hut. Erheen: gesloten. Opnieuw de telefoons erbij en alles wat navi heet. We vinden genoeg en ik probeer zaken te bellen. Alle nummers worden niet opgenomen. JP ontdekt dat het landnummer moet worden toegevoegd aan het nummer dat Google Maps toont. Dat werkt. Hij belt en vindt een hotel dat open is en plaats heeft. Top. Maar als ik het adres intik in mijn Garmin blijkt de tent honderddertig kilometer ver weg. Dat willen we niet. We zoeken verder maar het schiet allemaal niet op. We ontdekken dat heel veel hotels simpelweg nog niet open zijn. Iets met een virus. We staan te druppen van het zweet want heet en de irritatie slaat toe. Kalm blijven is nu een kunst. Dan gaat Cor zoeken op zijn TomTom en vindt het eerder gebelde hotel op tien minuten rijden. Het blijkt dat het adres dat ik intikte bij Garmin anders is gespeld. Maakt allemaal niet uit. Cor: rijden! En inderdaad, tien minuten verder staan we voor de deur. De tent is open! En we kunnen erin. Nu is het niet moeilijk meer. De brommers op het parkeerterrein aan de achterkant. Kettingen eraan, de bagage naar de kamers, douchen. Klaar! Hatseflats!

Diner in het restaurant van het hotel. De ober stelt ons het menu van de dag voor. Pasta Negro. Negro? Heeft Akwasi daar toestemming voor gegeven? Of zullen we Johan Derksen even bellen? Dertien euries per persoon. Ja hoor, best. Doe maar! JP bestelt eerst nog een kaasplankje met ham. Het plankje blijkt een plank en de ham blijkt een serieuze berg. Maar wel lekker! Als daarna de Negro wordt gebracht blijkt het zwarte pasta met een soort spek. Euhhh. We eten wat maar ik besluit al snel: niet bijzonder. Na een paar happen ben ik er klaar mee. Gelukkig hadden we de kaasplank.

Alle berichten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.