Een slachting

Een slachting. Ik weet nu hoe die kip zich voelt als ie op het hakblok bij de slager ligt, omhoog kijkt en dan dat mes suizend omlaag ziet komen. Dan denkt dat beest, “wat doe ik hier?”. De plaats van handeling? Het 3parkentoernooi. Er gaat een mail uit vanwege onvoldoende inschrijvingen. Of er nog mensen mee willen doen. “Ach”, denk ik, “het is maar één dag, dat overleef ik wel”. En zo vind ik mezelf terug op een tennisbaan bij TOC in Capelle met Nadal tegenover me. Nee, niet de echte. Zijn neef. Denk ik. Het kan ook zijn zwager zijn. En die is ongeveer net zo goed alleen heeft ie dat geheim gehouden. Bij het inspelen slaat Nadal drie ballen naar me toe en dan weet ik het al. Deze knaap kan tennissen. Echt. Mijn maat en ik krijgen ze links en rechts om onze oren. Loeihard. Toch zien we kans er zes games uit te slepen. Hoe weet ik eigenlijk niet. Gewoon de baan van zo’n kanonskogel inschatten, dan dat racket omhoog houden en dan bidden dat het lukt. Wat ook scheelt, Nadal’s maat slaat nogal wat ballen het net in. Maar dat is volstrekt logisch. Het hangt gewoon te hoog. Bij tafeltennis hebben ze dat slimmer gedaan. Tien centimeter. Hoog zat. Waarom kan dat bij tennis niet? En last but not least, mijn tennismaat, helaas is haar naam me ontschoten, speelt heel verdienstelijk. Ze ziet kans veel ballen van Nadal scherp terug over dat net te krijgen. Ik vind het knap en vertel haar dat. Is het dan allemaal ellende? Nee. Helemaal niet. Nadal, in het echte leven schijnt hij Jan te heten maar zeker weten doe ik het niet,  blijkt een uiterst aimabele en relaxte kerel waar best mee te lachen valt. Bovendien, het gaat nergens om. Ik beschouw het als uiterst leerzaam. Daarbij worden we gezegend met voortreffelijk weer. Twintig graden en een zonnetje. Na drie kwartier pijnbank wordt er afgebeld en mogen we drie kwartier aan de koffie en limonade. Als we teruglopen naar het knusse terras van TOC fluistert mijn tennismaat me toe dat Nadal een voormalig tennisleraar is. Aha. Dan is het minder erg als je geklopt wordt.

De sfeer is opperbest. Ik tennis nu zo’n tien maanden vrij intensief waardoor ik redelijk wat mensen begin te kennen. Vandaag kom ik er bij TOC weer een aantal tegen en dat is leuk. Ik mag opnieuw aan de bak, nu samen met Marianne die ik ken van het zogenaamde Laddersysteem. Ik stap de baan op en ontmoet…Nadal. Als tegenstander. Alweer. Het zal toch niet. Ik geef er een koddige draai aan en we moeten lachen. Ik informeer even naar zijn verleden als tennisleraar en hij geeft het schaapachtig toe. Het geeft ook niks. Marianne kent Nadal nog niet maar dat is binnen vier klappen glashelder. Ze kijkt me aan met een blik van “wat is dit?”. Nou…dit is Nadal, dus. Maar we hebben het eigenlijk prima naar ons zin en we maken er een sport van om te kijken hoeveel van zijn raketten we te pakken kunnen krijgen. Met vijf gewonnen games moeten we genoegen nemen. Als we weer worden afgebeld en teruglopen naar het terras analyseert Nadal wat we fout doen en hoe we dat kunnen oplossen. We knopen het in de oren. Goede raad moet je ter harte nemen.

Een prima verzorgde lunch. En ronduit heerlijk weer. Niets te klagen. En dan opnieuw de baan op. Nadal krijgen we niet meer als tegenstander. Desalniettemin worden de resultaten er niet beter op. Er zijn gewoon een hoop mensen die leuk kunnen tennissen en ik heb nog een hoop te leren. TOC heeft gravelbanen en dat schijnt anders te spelen dan de smashcourtbanen bij TC Capelle. Ik merk er niet veel van, eigenlijk. TOC heeft ook kunstgrasbanen en ook daar kom ik op terecht. Alhoewel? Gras? Er valt geen groen te bekennen. Over dat kunstgras wordt ook geklaagd maar ook hier merk ik weinig van. Voor mij is het retesimpel: de bal moet terug. Op de één of andere manier. Of ik nou een stap meer of minder moet zetten maakt niet uit. Het blijft even vermoeiend allemaal.

Wat mij betreft een geslaagde dag. Ik heb me kostelijk vermaakt. Heeft er iets of iemand gewonnen eigenlijk? Ik heb geen flauw idee. Na de laatste pot ben ik naar huis gegaan. Ik vond het wel goed. Thuis met de benen op tafel en een goed glas whisky. Heerlijk. En nadenken over wat Nadal vertelde. Goede raad moet je ter harte nemen. Dat schreef ik al. Morgen weer trainen.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.