De kop is eraf

Duizend kilometer inrijden, zegt het boekje. En dan terug naar Verpalen die de echte olie erin moet gieten. Dat snap ik. Als ikzelf in de olie ben houd ik dat ook geen duizend kilometer vol. Hoe dan ook, voor die kilometers heb ik een handvol dagen nodig. Gisteren, woensdagmiddag, sta ik naast René die de klus voor zijn rekening gaat nemen. En meteen de LED-lamp er weer uithaalt omdat het niet werkt. Want ik had de standaard halogeenlamp voor groot- en dimlicht door een Hilox-LED laten vervangen. Ik heb iets met licht. Er staan teveel verhalen op internet van motorrijders die overhoop worden gereden op tweebaanswegen, omdat een tegenligger gewoon afslaat en daarna roept dat ie de tegemoetkomende motorrijder helemaal niet gezien heeft. Om die reden had ik op mijn vorige motor Xenon gemonteerd, tot irritatie van medeweggebruikers die mijn lampen (het zijn er twee, want Triumph Speed Triple) te fel vonden. Da’s prima. Als ze met lasogen naar mijn brommer kijken betekent het dat ze me gezien hebben. Omdat voor Xenon een flink kastje (ballast) nodig is en ik inschatte dat zo’n kastje niet lekker weggewerkt kan worden op de KTM heb ik Verpalen een Hilox-LED laten monteren. En de mannen hebben dat keurig en vakkundig voor elkaar gekregen. Maar met moeite. Ook de LED-lamp heeft toeters en bellen waardoor het net niet lekker past. Daar kwam ik achter toen ik maandagavond in het donker op de KTM een rondje maakte en de lamp drie meter vóór me op de grond scheen. Da’s niet handig. Dan zou ik met hulp in het donker moeten gaan rondrijden en die honden gaan het niet redden boven de twintig km/u vermoed ik. “Even bijstellen”, is mijn gedachte maar dat lukte dus niet. De lamp zit dermate klem dat er niks te verstellen valt. Dus laat ik René de LED maar weer vervangen door de standaard-halogeen pit. Het betekent dat ik nu toch maar vertrouw op de LED dagrijverlichting die ook op de brommer zit. Je moet toch wat.

Een ander dingetje is een zijkoffer. Van de linkerkoffer sluit het deksel niet netjes. Er blijft een flinke kier open. Met een prijskaartje van achthonderd euro is dit een slordigheid die natuurlijk niet acceptabel is. Met wat googlen op internet blijk dat andere koffereigenaren hetzelfde euvel ervaren. Verpalen meldt me dat de importeur er vanaf weet en in het tweede kwartaal met een oplossing gaat komen. Beter.

Ook mooi, de werkplaats wordt ook bezocht door een man die de nieuwe Superduke-R bestelt heeft. Het ding staat inmiddels klaar voor opbouw van accesssoires en de eigenaar stuitert er omheen als een kind in een snoepwinkel met te weinig geduld om de papiertjes van de lollies af te trekken. Hoe oud je ook bent, brommers als deze maken dat je je weer een tiener voelt. Daar is niks mis mee. Zolang je maar niet in de spiegel kijkt.

René stelt nog even de ketting en ik kan weer op pad. De duizend kilometer zitten erop en dus kan ik los. Daar komt om 16:00 uur ‘s-middags tussen Amsterdam en Rotterdam geen moer van terecht met al dat blik dat voortdurend in de weg rijdt. Noodgedwongen houd ik me aan de toegestane snelheden en zelfs minder dan dat. Wat dan weer grappig is is dat het dashboard me vertelt dat de KTM op dat moment gemiddeld 1:18 verstookt. Met een tank van drieentwintig liter zou me dat zo’n vierhonderd kilometer ver brengen. Het is theorie want met dit gangetje pleur ik in slaap. In praktijk zal het wel op een 1:15 uitdraaien. Daar valt prima mee te leven.

1 reactie

  1. Henk schreef:

    Mooi!
    Op naar de vakanties en de 10k Ron.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.