09 – Weer naar Santiago. Rust

We beginnen de rustdag met boodschappen doen. Er zit een winkelcentrum met een Carrefour op vijf minuten lopen. Daar aangekomen begint het gezeik. Een shopping mall van drie etages. Nee, ik hoef geen string tanga van de Hünkemöller. Nee, het is te warm voor een maatpak. Adrie vraagt aan een voorbij deinende Spaanse schone waar de supermercado zit. “Drie etages lager”, begrijpen we uit het antwoord. Voor het gemak wijst ze omlaag. Een paar roltrappen verder lopen we in een Carrefour waar onze Albert Heijn zes keer in past. Adrie weet wat hij wil maar ga het maar vinden tussen de boeken, CD’s en bijzettafels. We komen bij de levensmiddelen. Twintig gangpaden. Van elk vijfentwintig meter lang. Ik heb ze opgemeten. Lang verhaal kort: we krijgen bij elkaar wat we willen. Afrekenen. Veertig winkelwagens staan te wachten voor één kassa. De rest lijkt dicht. Gadver. Maar er is een zelfscan kassa. Daar staat niemand. Vertrouwen de Spanjolen die dingen niet? Er staat een blommige meid naast die ons terwille is. Top. Tot de drie aardappelen gescand moeten worden. Geen sticker op het zakje. Ik ren met het zakje naar de vleesafdeling (uiteraard) waar toevallig wel een elektrieke weegschaal staat. Maar ik snap zo snel de Spaanse teksten niet. Gelukkig staat Nadal achter me die wil helpen. Gefixt. Job done. Terug naar de camping.

We staan op het beroemde plein. Er zien te komen was nog eventje een dingetje want de kathedraal en omgeving is wandelgebied. Omdat het met tweeëndertig graden best warm is in een dikke spijkerbroek en een doorwaaijasje, dat niet doorwaait omdat er geen wind staat, willen we de brommers zo dicht mogelijk bij de kerk parkeren. Want er moet gewandeld worden met een helm en een tanktas onder de arm. Dat ook. Maar ga maar even een geschikte plek zoeken. Zo rijden we dus een keer of twee ruim om het gebied heen. Het verkeer vindt twintig per uur snel genoeg. De stoplichten hebben geen sensoren want dat is wel héél modern en zo rijk zijn die steden nou ook weer niet. Dus we staan een minuut, of langer, te dampen voor die krengen in de volle zon met draaiende motor. Om te wachten voor overstekende voetgangers die er niet zijn. Zeven keer achter elkaar. Minstens. Maar het lukt. We vinden een parkeerplaats dichtbij, speciaal voor Moto. Top. De laatste driehonderd meter wandelen naar het plein zijn een eitje. Gebakken. Op de motorkap van een auto.

Eenmaal op het plein is er van enige emotie weinig te bekennen. Jawel, er zijn pelgrims die met twee handen in de lucht blij zijn dat ze het gedaan hebben en anderen die selfies maken, maar de taferelen die me vier jaar geleden zo ontroerden blijven uit. De kathedraal is gesloten. Een virus. Dat betekent ook dat het onmogelijk is om het slingeren van de botafumeiro mee te maken. Gelukkig staan er veel filmpjes op Youtube. De pelgrims halen het stempeltje in een straatje verderop. Adrie en ik kijken het even aan, maken een paar foto’s, en we vertrekken. Ik laat geen traan. Deze keer niet.

Terug op de camping. Omkleden. Zwembad. Adrie in de zon, ik in de schaduw. Op een handdoek met een prettig muziekje op de koptelefoon. Het leven is goed. Terug bij de tentjes. We overleggen even. We blijven morgen ook nog. Want een prettige camping. Doen we morgenochtend die geplande rondrit zonder bagage. Als het nog niet zo heet is. Strak plan.

Even recapituleren. We hebben een week achter de rug. Het gaat zoals wij vooraf hadden gehoopt dat het zou gaan. Tentjes opzetten en afbreken gaat vlotter dan eerder gedacht. Het weer is nu gelukkig zoals het moet zijn. Misschien zelfs iets te warm. De campings hebben altijd plek. Tot nu toe dan. Voor mij is dit de tweede keer Spanje, de Spaanse Pyreneeën even buiten beschouwing gelaten want daar ben ik vaker geweest. Wat ik zo geweldig aan Spanje vind is de rust en de ruimte. Buiten de grote steden dan. Je kunt uren rijden en dan een handvol auto’s tegenkomen. Heerlijk. Daarbij is de natuur vaak prachtig. Ruig. Niet op de hoogvlaktes, dat is een platte bedoening, maar verder… Als enthousiast motorrijder die graag sportief rijdt komt daar natuurlijk bij dat, met dank een dikke Europese subsidies, Spanje op veel plekken de wegen schitterend heeft opgeknapt. Je kunt hier waanzinnig sturen! En er zijn geen aktiegroepen die nerveus worden van een paar motoren op de weg. In Nederland begint het zo langzamerhand op een hetze te lijken. Daar wil ik dus liever niet meer rondrijden. Spanje? Adrie Koch is inmiddels verkocht.

Er is een nadeel: het is een pesteind rijden. Ach… met een paar weken vakantie komt je eind!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.