Vogezen heen en terug #3 – Ballons

Zaterdag 9 augustus. En zondag. En maandag

Het fijne als je een rondrit maakt is dat je je niet druk hoeft te maken over inpakken van al je meuk. En dat je het dus nog rustiger kan aandoen, voor zover je dat nog niet deed. Als ik wakker word in mijn tentje op La Mouche en even de tijd bekijk, half acht in de ochtend, bedenk ik dat ik nog best even kan blijven liggen. Het tentje staat grotendeels afgeschermd door een haag van bomen en dus in de schaduw. Ik brand er niet uit. Heerlijk. Maar, als het dan negen uur is, toch maar eruit. Koffie zetten. Ik heb geen electriciteit dus mijn waterkoker heeft deze dagen vrij. Het moet met mijn Camping-Gaz brander en een pannetje. Dat lukt uitstekend. De koffie zit in handige zakjes. Heet water erop… klaar.

La Mouche doet ontbijt net als het avondeten: zelfbediening. Een mand vol verse stokbroden en ruim voldoende beleg naar keuze. Je kunt zelf een eitje bakken. Ik weet hoe dat moet maar ‘s-ochtends ben ik niet zo van de gebakken eieren. Dus het blijft bij stokbrood met hagelslag. Net als thuis. Jawel, La Mouche doet aan hagelslag. Een zeldzaamheid in Frankrijk. Terug naar mijn tentje en ik overdenk het gisteren gemaakte plan: een rondje over de Ballons. Er zijn er twee: de Grande Ballon en de Ballon d’Alsace, ook wel de Petit Ballon genoemd. Met de grote ballon kom je op ongeveer dertienhonderd meter. Niet zo hoog als in de Alpen maar daarom niet minder mooi. Erachter ligt de Col de la Schlucht. Ik ben er zo vaak geweest dat ik de wegen herken als ik er rondrijd. Het is zaterdag maar uitgesproken druk zijn de wegen niet. Da’s mooi want over de Ballons en de Cols ga je over serieuze stuurwegen. Daarvoor hoef je niet helemaal naar de Alpen of de Dolomieten. Gummen kan hier ook.

Ik vertrek rond tien uur. Het is met drieëntwintig graden nog niet bijzonder heet. Fijn. De hele rit is volgens Garmin tweehonderdvijfenzeventig kilometer en vraagt vijf uur rijden. Dan zou ik rond drie uur in de middag weer terug zijn. Heel veel stoppen onderweg doe ik niet. Neerploffen op een terras voor een drankje of lunch al helemaal niet. Daar vind ik als man alleen geen moer aan. Ik stop bij voorkeur ergens langs een stille weg op iets dat op een parkeerplaats lijkt en, gezien de hitte, ergens waar bomen staan zodat ik schaduw heb. Parkeerplaatsen zijn buitengewoon dun gezaaid. In Engeland ook trouwens. Het gebeurt regelmatig dat ik de motor gewoon langs de kant zet, tegen de berm aan op een plek die wat breder is, of in een wat bredere uitrit of zijweg, en dan de alarmlichten aan. Dat wordt niet altijd op prijs gesteld. Dan krijg ik een claxon. Tsja. Sorry hoor. Dan een paar slokken water en soms een koek of een stuk chocola. Als het de moeite waard is gooi ik de drone omhoog. En maak een foto. Saai? Klopt. Retesaai. Maar ik vind het prettig zo.

De wegen zijn rustig, om niet te zeggen regelmatig gewoon verlaten. Soms een bus of camper maar daar rijd ik makkelijk omheen. Ik rijd heerlijk relaxed, kijk om me heen naar het mooie landschap en als de navigatie aangeeft dat er serieus gestuurd moet gaan worden ga ik ervoor zitten en smijt de brommer heen en weer. Er zit nu geen bagage op, dat stuurt prettiger. Het is feest vandaag! Echt genieten. Bovenop de Ballons is het gedaan met de rust. Er zijn restaurants bijgekomen zie ik. Ik overweeg toch om op een terras neer te ploffen. Voor een Colaatje of zo. Het is één uur in de middag. Motor geparkeerd en ik loop een terras op. Geen vrije tafels. Jawel, er zijn er wel maar daar staat een bordje op. Gereserveerd. Een serveerster vraagt of ze me kan helpen. Ik vertel dat ik alleen een drankje wil. Dat kan niet. Er moet ook gegeten worden. Nou, niet door mij. Bovendien valt mijn oog op de prijslijst. Snel maken dat ik wegkom!

Ik ben inderdaad rond drieën terug op La Mouche. Behalve Jos en zijn dochter is er niemand. De rust is opvallend en ik vind het prettig. We kunnen nu over iets anders praten dan alleen motorfietsen. We bespreken de Nederlandse politiek en Jos’ dochter wil iets met beleggingsfondsen. Allemaal interessant. Een uur later beginnen de gasten, ook nieuwe, binnen te stromen. Het is gedaan met de rust. Jos gaat weer bier bezorgen. Ik vlucht naar mijn tentje. Ik zet een bak koffie, beetje lezen in de schaduw. Het is goed zo. Alleen als het avondeten zich aandient meng ik me onder de gasten op de binnenplaats. Voor het overige mijd ik de drukte. Ik heb alle spannende verhalen gisteren al aangehoord. Er zal in die ene dag echt niet iets bijzonders zijn bijgekomen schat ik. Wat me ook opvalt is het aantal mensen dat rookt. Bijna iedereen. Komt omdat ik dat zelf niet doe. Leven en laten leven.

Er is een gast die lacht. Veel en hard. Dat is ontzettend geinig maar hij brult boven alles en iedereen uit. Zelfs als ik bij mijn tentje zit kan ik hem horen. Als ik wat later op de binnenplaats de man ontwaar en hem hoor hikken en proesten van de lach na een opmerking van iemand vraag ik me af wat nu precies de grap was. Bij Arjen Lubach kan ik me er wel iets bij voorstellen. Maar Arjen is er niet. Hoe dan ook, de man heeft een toptijd op La Mouche. Het is hem van harte gegund. Snel weer naar mijn tentje. Oorproppen zijn een zegen.

De zondag en maandag is meer van hetzelfde. Alleen doe ik andere routes. En ik ga de mist in met mijn drone. Bovenop een heuvel na een verlaten slingerweg zie ik een parkeerplaats naast een haarspeldbocht. Er is aardig wat ruimte en er is wat schaduw van een paar bomen. Een prima plek voor een pauze. En ik besluit om spannende dingen met de drone te doen. Ik wil hem op topsnelheid laag over de weg over mij heen laten vliegen. Dat levert vast mooie beelden op. Voor die topsnelheid, naar schatting ergens rond de veertig km/u, moet ik de sport-modus inschakelen. Er is een kanttekening: in sport-modus heeft de drone geen zogenaamde “obstacle avoidance”. Ik weet dat. En het schiet me meteen weer te binnen op het moment dat de drone op topsnelheid een boom invliegt. De takken houden hem tegen en het apparaat ploft op de grond in het hoge gras. Mijn mazzel: de boom staat tien meter verder aan de rand van de parkeerplaats. Ik kan de drone gewoon van de grond rapen. Schade: één van de acht vleugelwiekjes heeft een scheurtje. Da’s alles. Terug op de camping doe ik een korte testvlucht. De drone doet het gewoon, echter, terug op de grond is het koperen spoeltje onder het gescheurde wiekje bloedheet. Dat hoort niet. Conclusie: met een langere vlucht zal de spoel verbranden en dan is het over en uit met de drone. Jawel, ik heb een set reservewiekjes in een zakje… maar niet meegenomen. Dat ligt thuis. Er gaat de komende dagen dus niet meer gevlogen worden. En dat is jammer.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.