Stevens Stelvio – #7 – eindelijk over de Stelvio

Dinsdag 22 juli. We verlaten Bormio. Het gaat nu eindelijk gebeuren: over de Stelvio. Steven roept er al jaren over. Voor Dennis is het ook de eerste keer. Johan is er, net als ik, vaker overheen geweest. Het weer is prachtig. Nu wel. Strakblauwe lucht en een graad of vierentwintig. Superweer. Vanuit Bormio is de Stelvio maar eenentwintig kilometer verder. Dat heeft het voordeel dat we vroeg boven zijn, net voor de drukte. De rit daarheen is prachtig. Eerst een beetje slingeren door wat tunnels, dan een eerste pasopgang met een serie haarspeldbochten, dan een plateau met een makkelijke en overzichtelijke weg, dan volgt de T-splitsing met de start (of einde) van de Umbrailpas en als laatste de laatste haarspelden naar de eigenlijke Stelviopas met het parkeerterrein en de vele souvenierwinkeltjes. De braadworstenstal staat er ook. Die stond er twintig jaar geleden al. Het zal nu de zoon van de baas zijn? Op mooie dagen is het bovenop vaak enorm druk. Maar nu valt het mee. Zoals al geschreven: we zijn vroeg.

De mannen kijken rond, ik maak van de gelegenheid gebruik om de drone te lanceren. Ik verwacht meldingen op de controller dat dit een “restricted area” is maar die meldingen blijven uit. Blijkbaar mag hier gevlogen worden. Da’s mooi. De beelden zijn adembenemend. Jazeker, die ga ik publiceren op mijn Youtubekanaal maar het monteren van dit spul vraagt tijd. Komt goed. We nemen ruim de tijd maar uiteindelijk moeten we toch naar beneden. We rijden omlaag aan de oostkant, over Trafoi. Inmiddels is het druk geworden. Steven vind het reuze meevallen maar hij kent de situatie van pakweg tien jaar geleden niet. Ik wel. Het is een mierennest. Honderden wielrenners komen omhoog en suizen weer omlaag. Vaak met drie naast elkaar. Daartussen auto’s en bussen. En uiteraard vele motorrijders. En wij. Het gaat allemaal goed. Met een beetje gezond verstand kom je een eind. We stoppen bij Berghotel Franzenshöhe voor een drankje. We zijn Johan kwijt. Die reed voor ons uit. Hij staat wat lager bij een andere hotel op ons te wachten voor spannende foto’s. We bellen hem waar we zitten zodat hij weer kan aansluiten.

Beneden aangekomen slaan we links af, op weg naar de Fluëlapas, richting Davos. De hele rit is schitterend. Ooit noemde het programma Topgear de Fluëla “mooier en beter dan de Stelvio”. Ik snap dat. Minder druk. De Stelvio is tachtig keer straatje keren. De Fluëla kent prettiger bochtenwerk. Davos voorbij. We strekken even de benen bij een benzinepomp. We zoeken er ook iets eetbaars maar we zien daar vanaf als we de prijzen zien. Vijfentwintig euro voor een broodje en een flesje drank gaan we gewoon niet doen.

Door Liechtenstein. Van zuid naar noord dus we doorkruisen het hele land, alhoewel dat met honderdzestig vierkante kilometer maar een pukkel op de kaart is. Het is inmiddels best warm geworden, het landje is één grote bebouwde kom en de toegestane snelheden zijn vaak dertig km/u, soms vijftig. Het schiet niet op. Stoplichten. We vinden er niks an. We worden het een tikkie zat. De bestemming vandaag is een dorpje dat Bezau heet, iets ten oosten van Bregenz aan de Bodensee. We tanken af bij een benzinepomp en overleggen wat te doen. Naar Bezau is het nog haast twee uur rijden. We bekijken alternatieven maar alles in de buurt van de Bodensee is onbetaalbaar. Conclusie: toch maar naar Bezau.

Bij Feldkirch, net boven Liechtenstein, draaien we het binnenland in. Het Bregenzerwaldgebirge. Dat is schitterend! De weg er doorheen ook. Weinig verkeer. Het wordt serieus sturen door de vele bochten en ik krijg er steeds meer lol in. De vermoeidheid is over. Zo niet bij Steven. Die is er klaar mee. Dan rijden we Bezau binnen. Het gat stelt weinig voor maar we vinden er een appartementhotel dat er op Booking best lollig uitziet. De prijs is redelijk. Als we voor de deur staan oogt de tent gesloten. Dat klopt. Een bordje vermeldt dat dinsdag en woensdag “rühetagen” zijn. Hmmmm. Maar Steven kan wél boeken op Booking. We besluiten om dat gewoon te doen. We krijgen een pincode waarmee we naar binnen zouden moeten kunnen. De pincode doet het niet. Als we staan te tobben vraagt een vrouw wat er aan de hand is. We leggen het uit en we brommen over de pincode. Ze belt de eigenaresse. Die staat vlot voor onze neus en ze is supervriendelijk. In no-time staan we binnen en liggen de spullen in de kamers. Dat is een appartement op de begane grond en een hotelkamer op de tweede verdieping. Steven en ik doen de hotelkamer. Het gebouw is praktisch nieuw en strak modern ingericht. Een sauna in de kelder. Steven baalt: er is geen jacuzzi. Hij snapt niet waarom niet. Bij een sauna hoort een jacuzzi. Vindt hij. Euhhhh……..

Zoals gezegd stelt Bezau niet veel voor maar er is wél een grote supermarkt en we vinden er een tentje waar we kunnen eten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.