Stevens Stelvio – #3 – saaie rit naar Bormio
Maandag 21 juli 2025. Toch maar meteen de regenpakken aantrekken? We staan in de parkeergarage van het hotel in Biasca. Het weerbericht is niet best. De lucht is grauw en grijs en zit potdicht. Het plan is om vandaag linea recta naar Bormio te rijden. Aanvankelijk zouden we vandaag over Davos en de Fluëlapas, via de Stelvio naar Prad rijden maar de Stelvio met slecht weer is geen feest. Op zeventwintighonderd meter hoogte rijden we dan vrijwel zeker in de wolken. Oftewel: mist. Dan zien we geen moer. Dus plan is geskipt. We sjorren de regenpakken aan en vertrekken. De straten zijn zeiknat maar echte regen krijgen we niet. Wat spetters, dat is het. We vinden het niet heel erg.
Vrijwel meteen de Autostrada op. Dat wint tijd. Na zo’n honderd kilometer mogen we bij het meer van Lugano eraf. Langs het meer omhoog en dan via Porlezza opnieuw langs een meer. Het Comomeer deze keer. Is dit allemaal een feest? Nee. Niet echt. Echt regenen doet het nog steeds niet. Langs de Italiaanse meren rijden doe je niet voor de lol. Ook niet als je vakantie hebt. De tientallen dorpjes langs het water zijn ontzettend pittoresk, de smalle straatjes er doorheen zijn schattig en waren ooit ontzettend nuttig voor de eigenaars van paard en wagen maar op enig moment, jaren geleden, hebben enthousiastelingen die dingen vervangen door blik. In deze tijd van het jaar vooral veel campers. Daarnaast vrachtauto’s, busjes en auto’s. Veel. Heel veel. Bumper aan bumper. Politici hebben besloten dat dertig km/uur in veel gevallen ruim voldoende is, soms wordt het opgeblazen naar vijftig in het uur. Maar dan zit je met zweet in de bilnaad want vijftig is best spannend! Voor sommige automobilisten dan. We zien hier en daar kans om het pruttelende blik voorbij te steken maar als je dan in zo’n autootje naar binnen kijkt en je ziet moeke achter het stuur zitten te knijpen, met witte knokkeltjes, dan denk je: ach guttegut vrouwtje toch! Wat doe je hier!? Nou, hetzelfde als wij! Langs dat klotemeer zien te komen! En dat duurt even.
We zien ergens langs het water een pomp. We hebben benzine nodig. We tanken af. Dennis pakt zijn portemonnee. Is het idee tenminste. Waar is dat ding? Dennis zoekt…. niet te vinden. We helpen zoeken. Dat duurt even want de brommer van Dennis heeft grote koffers en veel tassen overal. Maar ook wij slagen niet in de missie. Oei. Portemonnee kwijt. Dennis belt het hotel in Biasca. Die zoeken wat rond, zeggen ze, maar geen succes. We overleggen wat wijsheid is. Uitkomst: Dennis gaat terug naar het hotel om te zoeken, wij rijden door naar Bormio. Ik betaal Dennis’ benzine en geef hem twintig euro in contanten mee. Meer contanten heb ik niet. De rit terug gaat voor hem een goed uur duren. Wij gaan ondertussen door.
Wij, Steven, Johan en ik laten eindelijk de meren achter ons. We krijgen wat lucht op de weg. Hemels. Wordt het nu veel beter? Niet echt. De SS38 Route Nationale naar Bormio is lang, recht, druk en vooral retesaai. En staat vol flitscamera’s. Er komt gevoelsmatig geen eind aan. Ergens halverwege zien we een Zona Commerciale met een MacDonalds. Lunch. Steven en Johan doen de Mac. Ik doe de Lidl die er vlakbij zit en scoor een belegd broodje. Ik ben even klaar met Burgers en patat. Ik rij terug naar de Mac en werk er het ding naar binnen. Steven heeft contact met Dennis. Portemonnee niet gevonden. In het hotel werkte het personeel niet echt mee. Dat Dennis hier en daar het meubilair van zijn plek schoof werd niet echt op prijs gesteld. Dat komt aardig overeen met de ervaringen van gisteren met de zure obers. Dennis heeft alles wat er geblokkeerd kan worden geblokkeerd en hij is onderweg naar ons. Beter.
We geraken in Bormio. Het is tegen vijven in de middag. Alles bij elkaar heeft de rit toch aardig wat tijd gekost. We vinden een tamelijk luxe hotel met zwembad en zelfs een Jacuzzi op de forse gezinskamer waarin we met z’n vieren terecht kunnen. In de kamer. Nee, niet in de Jacuzzi. De prijs is desalniettemin schappelijk. Van de kamer. Met Jacuzzi. Ook Dennis heeft inmiddels het hotel gevonden. We zijn weer compleet.