Een motorvriend begraven. Rob’s laatste rit

De dag die Rob heeft uitgezocht voor z’n laatste toerrit kenmerkt zich door beroerd weer. Natte sneeuw en regen, drie graden, veel wind. “Je denkt toch zeker niet dat ik met dat takkeweer op dat ding ga zitten!”. Ik hoor het Rob zeggen. Maar hij zegt het niet. Hij ligt droog tussen zes planken in de begrafenisauto die pakweg tien meter vóór ons rijdt. Hij heeft niets meer te zeggen. En dat is triest. Ons, dat is zijn motorclub. Echtgenote Carla heeft gevraagd of we op de motor willen begeleiden. Natuurlijk willen we dat! Nadat Rob langs onze erehaag in de auto is geschoven gaan we op pad naar het crematorium. Peter leidt de stoet op Rob’s eigen Yamaha GTS1000. Daarachter twee motorvrienden, dan Rob in z’n eigen stretched limo, dan een volgauto met Carla en kinderen, dan wij op de brommer. Twaalf motoren in totaal. Het is nu even droog. Een mager zonnetje schijnt zelfs even tussen de wolken door. Rob zal wel omhoog gebeld hebben dat ze moeten stoppen met die nattigheid. Top. Rob heeft nu nieuwe connecties. Eigen lijntjes in een wereld die wij nog niet kennen. De rit gaat vlekkeloos. Niet in het tempo dat wij normaal gewend zijn te rijden maar het is even niet anders. Wat het wél is: indrukwekkend. De zwaarste rit van allemaal.

Met Rob hebben we jarenlang duizenden kilometers door Europa gereden. We zochten altijd de bergen op. Luxemburg, Vogezen, Zwarte Woud, Zwitserland, Oostenrijk, Dolomieten, Frans Alpen. We waren kind aan huis op de Stelvio. De laatste keer keek de lokale horeca op de pas ons vermoeid aan: “zijn die gasten er nou alweer?!” Altijd waren die trips een feest. Tenminste, als Rob spanbandjes om zijn zijkoffers had gebonden. We maakten het mee dat, toen we door een Duits dorpje pruttelden, Rob door een put reed waardoor spontaan de zijdeksels opensprongen. We konden ternauwernood het links rond stuiterende koffiepotje ontwijken dat hij altijd meesleepte en rechts de rond wapperende weggooionderbroeken. “Ideaal. Elke avond pleur ik zo’n ding weg. Heb ik minder mee te slepen als we naar huis rijden”. Die honderd gram maken een wereld van verschil. Volgens Rob. Deze rit heeft Rob geen weggooionderbroeken bij zich. Het is niet meer nodig. Er valt niets meer mee terug te nemen naar huis. Rob zal deze keer niet meer thuis komen. Hij gaat omhoog. En ziet erop toe dat wij als cluppie onze kilometers blijven maken. Gaan we doen Rob! Er valt nog zoveel te zien in Europa. Oh ja, dat knieën aan de grond rijden: oefen dat even daarboven. Als het straks onze beurt is kan je het voordoen!

Video: Rob wordt de aula ingedragen

2 reacties

  1. Lia putting schreef:

    Weer zeer mooi verwoord ??

  2. Carla schreef:

    Bedankt dat jullie met de motoren voor mijn Rob hebben gedaan .Was zo prachtig. Liefs Carla Kroon

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.