#04 Pyreneeën – Met vier naar Annecy

Dinsdag 4 juli. La Mouche gooit om half negen het ontbijt open. Wij staan paraat en bedienen onszelf. Andere motorrijders staan eitjes te bakken. Grappig. Zelf vind ik dat iets te Engels maar over smaak valt uiteraard niet te twisten. Alhoewel eigenaar Jos daar anders over denkt. Op mijn uitroep: “lekker!” als ik een Cola Zero bestel de vorige avond reageert hij adrem met “daar valt over te discussiëren!”. Lachen met Jos. Jos is meer van bier. Het leven bestaat uit keuzes maken. We rekenen af. Met heel veel biertjes, Jaegermeister en porties bitterballen is dat even schrikken. Maar we overleven de klap.

Half tien rijden. We vangen met z’n vieren de uitdaging aan. Het verst waar we zullen komen zal Jaca zijn in de Spaanse Pyreneeën. We hebben er zin an! De mannen willen graag dat ik het voortouw neem. Prima. Net als het weer. Het doel vandaag is Annecy. Ruim driehonderdvijftig kilometer naar het zuiden en haast zeven uur rijden, naar schatting van Garmin. Noemenswaardige zaken als de beroemde Vogezen Balonnen, Cols en Route des Crêtes doen we niet. Kost teveel tijd. We koersen over binnenwegen richting Belfort en het gaat prettig. We merken dat de Fransen de dertig-kilometer-zone hebben ontdekt. Hele dorpen en steden zijn ermee gevuld. Kilometers lang. Dat is niet erg maar veel Fransen houden zich daar ook aan. Het zijn tenslotte nette mensen. En voor de zekerheid doen ze vaak slechts vijfentwintig. Maar op een KTM is dit niet fijn. Veel herrie in z’n één en veel bokken in z’n twee. En als de temperatuur naar de dertig graden loopt is het nog minder fijn. Het betekent dat we met enige regelmaat de pruttelaars voorbij steken. Inderdaad: dat is niet netjes van ons. Een ander dingetje zijn verkeersdrempels. Ook daar liggen de dorpen vol mee. In Nederland hebben we die dingen ook maar de Franse drempels, daar is de Galibier jaloers op. Wil je de motor laten overleven, en dat wil je, dan moet je echt in de remmen. Of je gaat even staan zoals JP doet. Wij proberen het ook en verdomd, dat werkt! De motor danst makkelijk over de pukkels heen. Het is meteen goede ochtendgymnastiek. Ik zal Olga Commandeur even bellen. Ik heb een tip. Oh nee, ze is ermee gestopt. Jammer. Het was leuke televisie op de vroege ochtend: “En naar links dat been en naar rechts die teen!”

Tanken. Moet met enige regelmaat. C’est La Vie. In tegenstelling tot Duitsland is pinnen in Frankrijk volkomen geaccepteerd. Maar mijn pinpas wordt geweigerd. Ik snap er niets van. Mijn creditcard doet het gelukkig wel. We draaien de Jura in. Ik heb vaker door de Jura gereden maar het deel waar we nu doorheen komen is prachtig. Misschien komt het ook door het weer. Langgerekte wegen door mooie dalen en bossen en hier en daar slingert het alle kanten op. We rijden soms door een ansichtkaart. Genieten. In een wat grotere plaats doen we een Lidl waar Steven naar binnen rent om een telefoonoplader te regelen (die heeft ie in de auto achtergelaten) en een broekriem. Een broek die steeds op je enkels zakt is onhandig met schakelen. We lunchen bij een flink etablissement langs de weg waar JP en ik eerder een vorkje geprikt hebben toen we met broer Cor op pad waren. We herkennen de tent vrijwel meteen. En er is weinig veranderd. Een grote winkel met heel veel streekproducten en een prettig restaurant erbij. We eten er iets eenvoudigs. Een kaasplankje. Want kaas is een specialiteit van het huis. Ondertussen staat Steven buiten zijn oplader te fiksen. Wat later doet ie mee met de kaas.

Opnieuw tanken. Nu wordt het gekker. Ik krijg een paar euro benzine en dan stopt de pomp ermee. Ik ben verbaasd. Pistool terug in de automaat, pistool opnieuw gepakt, nieuwe poging, nu krijg ik de rest van de benzine. Raar. Als we aanstalten maken om weg te rijden komt de eigenaar van de pomp naar buiten. Hij wijst naar mij. Euhhhh… het kantoortje in. JP gaat mee. JP spreekt Frans. Dat is reuzehandig in Frankrijk. We discussiëren heen en weer. Op ‘s-mans computer staat inderdaad mijn tweede tankbeurt. Dat klopt dus. Afrekenen met mijn pinpas lukt nog steeds niet. Dan maar weer de creditcard. De man heeft zijn geld. Mooi. Weer buiten gaat bij JP een lampje branden: “wat is de limiet van jouw pinpas?” vraagt hij. En dan valt het kwartje. Mijn pas heeft een limiet van vierhonderd euro. Heb ik zelf zo ingesteld. In La Mouche moest ik driehonderdtachtig euro afrekenen. De pomp heeft me tot aan de limiet geleverd. En toen was het klaar. Ik verhoog terplekke de limiet naar zeshonderd. Iets meer lucht. Beter.

De dag vordert. We ontdekken opnieuw rolsplit op het wegdek. Problemen geeft het gelukkig niet maar we rijden ineens als op eieren. Behoedzaamheid is immers de redder van de porseleinkast. We vinden het op Booking.com eerder gereserveerde hotel in Annecy en checken in. Het is bijna half zeven in de avond en met achtentwintig graden is het warm. Vlak naast het hotel zit een Burgerking. Daar is Steven fan van. Mike en hij daarheen, JP en ik storten ons op het door het hotel aangeboden lopend buffet. Storten is noodzakelijk want als zo’n buffet begint te lopen… Het is buitengewoon. We scheppen nog een keer extra op. Het meisje dat de boel bedient is superlief en spreekt een woordje Engels. Leuk. Dan komen Mike en Steven terug. De Burgerking viel tegen. Het aanbod in Nederland blijkt anders te zijn dan in Frankrijk. Tsja. JP en ik klagen niet. Daarna doe ik een glaasje whisky. Het meisje vult het maatdopje, kijkt even om zich heen of de bazin kijkt, dat is niet het geval en met een schalkse blik krijg ik een scheut extra. Kijk, dit zijn dus die heel kleine dingen die je bijblijven. Die een verblijf leuk maken.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.