Vakantie op Sardinie 4

“These beds are from the hotel”, bromt David met een sonore stem. David is een baywatcher. Of hij echt David heet weten we niet maar hij heeft net zo’n rood pak aan als in de TV-serie en hij zit op net zo’n hoge stoel over de zee te staren. “Beach guard” staat er op zijn T-shirt, in het Italiaans dan. We hadden hem al in dat torentje zien zitten maar er toen geen aandacht aan geschonken. David kijkt een tikkie sjagrijnig en dat begrijpen we best. Pamela is immers al jaren uit beeld. Er valt niks spannends meer te zien op het strand. Accoord, er is genoeg dat heen en weer schudt maar daar wordt je als man echt niet vrolijker van. We zijn op het strand van David beland omdat schoonzoon Stefan het strand vond op internet als een “strand dat nog niet door het groottoerisme ontdekt is”. En dat klopt. De badgasten zijn uitsluitend Sardijns. Niet dat dat op hun voorhoofd geschreven staat maar wij denken dat toch wel te kunnen zien. Duitsers herken je bijvoorbeeld meteen aan hun kuilen. Er zijn geen kuilen te  bekennen op dit strand en ik verdom het om er een zelf te graven. Je hebt zo een naam en bovendien ben ik hier voor mijn rust. En Engelsen zijn altijd mooi dieprood. We zien geen rode mensen op het strand. Als we komen aanlopen treffen we een flink aantal rijen met comfortabele ligbedden en parasols. We zoeken de beddenverhuurmeneer maar die zien we nergens. De bedden zijn vrijwel verlaten. En dus ploffen we gewoon ergens neer. Hoe moeilijk kan het zijn. Dan, na pakweg een uur, klimt David uit zijn torentje en komt op ons af. En hij vertelt ons dat de bedden van het hotel zijn. We liggen illegaal. Maar David is soepel. We mogen blijven liggen als we vijf euries per persoon aftikken. Prima. Als ik mijn portemonnee pak gebaart ie echter: “nu nog even niet”. Huh? Een uurtje later komt Hasselhoff weer terug voor zijn euries. Nu wel. Omdat zijn maat verdwenen is. Hij steekt de twee tientjes in eigen zak. We vinden het best. Het is een prettig strand en met een windje van zee is het prima uit te houden.

Voor de avond hebben we gereserveerd in de Azienda Agrituristica Corda. Een B&B in het binnenland. Hemelsbreed is het maar tien kilometer van ons resort maar omdat er geen weg rechtstreeks naartoe gaat moeten we een rit van vijfenveertig kilometer in de wijde omgeving maken. Maar da’s geen straf. Het binnenland van Sardinië is prachtig. Ruig en ongerept. En bergachtig. De Azienda is ons aanbevolen door een leuk Nederlands stel dat we in de eerste week van onze vakantie ontmoet hebben bij het zwembad van ons resort. Zij waren er lyrisch over, evenals de commentaren op Tripadvisor. De B&B is feitelijk een boerenbedrijf dat zes-gangen diners aanbiedt gebaseerd op zelfgekweekte en -geteelde produkten. Mensen die mij kennen weten dat ik niet culinair ben aangelegd. Zolang het warm is en niet meer beweegt vind ik het allemaal best. Maar ik ben wel nieuwsgierig en zoiets als dit kan ik goed waarderen. De B&B ligt hoog in de bergen en als we er na het nodige bochtenwerk eindelijk aankomen kijken we onze ogen uit. De boerderij ligt ingepakt in een boomgaard met stokoude olijfbomen en bovenop de top van een heuvel. Het geheel is prachtig aangelegd en als we naar het hoogste punt lopen kunnen we kilometers in de wijde omgeving rondkijken. Het uitzicht is fenomenaal!

We gaan aan tafel en wachten af wat er komen gaat. De andere tafels in het zaaltje zijn bezet door Sardijnen. Verstaan doen we ze niet maar de stemming is opperbest. Een menu krijgen we niet. Er wordt ook niet gevraagd wat we willen drinken. Er staat simpelweg een grote fles rode wijn (zonder etiket) op tafel en een grote karaf water. Al snel wordt de tafel volgezet met schaaltjes met voedsel waarvan we geen idee hebben wat het is. Maar we proberen alles en het is verrukkelijk. Na pakweg een half uur worden de schaaltjes vervangen door andere schaaltjes. Inmiddels is er ook een Engels sprekende dochter gearriveerd die ons verteld wat we eten en waar de produkten vandaan komen. De wijn is zelfgemaakt en komt van een aanpalende wijngaard. Ik vind hem heerlijk maar de fles is te groot om straks als handbagage mee te nemen in het vliegtuig. Dus kan ik hem beter eerst opdrinken. Tenslotte verdwijnen de schaaltjes en komt er een dessert op tafel. En een fles Grappa en een fles likeur. Lastig als je nog vijfenveertig kilometer moet terugrijden. Gelukkig neemt dochter Irene de honneurs waar. Want of ik de weg nog kan terugvinden is twijfelachtig. Met of zonder Google Maps. Tegen half twaalf ‘s-avonds arriveren we weer in ons appartement. Een mooie ervaring rijker. Morgen weer een ping-pizza en Cola-Zero. We moeten immers aan de lijn denken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.