Op bedevaart. Reims

Gadver. TomTom gejat. s-Avonds zat ie nog op de brommer, ‘s-ochtends foetsie. Da’s mooi balen, als alle routes erin zitten. Nog afgezien van de schade. Nee, niet mijn TomTom. Die van een dame in het gezelschap die op haar eigen motor met haar man samen rijdt. We hebben net ontbeten. Het is rond acht als iedereen de spullen checkt. Dan komt de man aangelopen die zich afvraagt wat die TomTom in zijn helm doet. Want die is niet van hem. Juist, van zijn vrouw dus. Die was vergeten dat ze het ding in zijn helm gestopt had. Probleem opgelost. Het zijn deze momenten die een reis interessant en onvergetelijk maken. Die niemand wil missen. Toch?

Robin, mijn kamergenoot, en ik besluiten om samen op te trekken. Robin stuft een Honda VFR en dat doet ie zoals ik het leuk vind. Kraan open en niet zeuren. Niet dat we nou de keien de straat uit trekken maar als er ruimte is dan is opschieten wel prettig. En aldus geschiedt. De bestemming vandaag is Reims. Het eerste stuk gaat vanuit Valkenburg door de Ardennen. Schitterend rijden. Schitterend weer. De reisleider heeft werkelijk zijn best gedaan om de mooiste stukken aan elkaar te rijgen. Bij een rotonde zien we een leuk terras. Tijd voor koffie. Daarna weer door en dan zien we vóór ons onze mede-reisgenoten opdoemen. Het gaat rustig en daar is niks mis mee maar ons tempo ligt hoger. Ik besluit rustig het spul in te halen. Maar daarmee raak ik Robin kwijt die ergens in de groep blijft steken. Ik besluit door te rijden en dan wil de TomTom mij van de weg af hebben. Misschien een bezienswaardigheid, denk ik. Ik draai een karrenspoor op en eindig bij een boerderij waar ik uiteindelijk tegen de achterwerken van zes varkens sta aan te kijken. En het linkervarken zwaait naar mij met zijn krulstaart, denk ik. “Oink, oink”, doet het dier. “Wacht maar tot je op mijn bord ligt, klotebeest”, denk ik inwendig. Omdraaien en weer terug. Dan zie ik in de verte de groep voorbij rijden die ik net gepasseerd ben. Dus ik kan weer van voren af aan, euhhh…van achteren af aan beginnen. Het moet maar. Robin ben ik kwijt, da’s even jammer.

Ik rijd La Roche en Ardenne binnen. Bijna een thuiswedstrijd, zo vaak als ik hier al geweest ben. Ik zet de brommer langs de kant voor een fotootje en rits ook even het tanktasvakje open waar mijn portemonnee in zit. Geen portemonnee! Ik rits andere vakjes open. Geen portemonnee! Ik zoek door de zakken van mijn jas, niks. KUT! Portemonnee kwijt! Heb ik laten liggen bij de koffiestop, schiet het door mijn hoofd. Op dat moment komt de groep aanrijden en ik houd de reisleider aan. Verhaal vertellen en wat geld lenen. Want je moet toch wat? De groep rijdt door en ik plan op de notebook een route terug naar die koffiestop. Balen als een stekker. En een lichte paniek. Want wat doe je als je geen poen hebt? Dan op pad en ik race de weg terug, uit de put van La Roche weer omhoog. Even verzitten op het zadel. Hééé, wat voel ik nou? Er zit iets in mijn kontzak. Even voelen. Portemonnee? Stoppen en kijken. Verdomd. Portemonnee! Op motortrips stop ik dat ding nooit in mijn kontzak want die verlies je te makkelijk op dat zadel. Gedachteloos weggestopt. Paardenzwengel!. Maar goed. Probleem opgelost. Brommer draaien en weer terug naar La Roche. Inmiddels ken ik de bochten aardig en nu zijn ze voor mij! Het wegdek is niet best maar de vering van de KTM is subliem. Het ding ligt strak als een scheermes en geeft geen krimp.

In La Roche vind ik Robin weer terug. Gezellig. Beter ook. En gezamenlijk weer door. We zijn het stadje net uit en gooien de brommers een bocht in als ik ineens rechts iemand zie zwaaien. Een Belg. Zijn Suzuki Bandit staat vreemd schuin aan de zijkant van de bocht op de jiffy. Ik zie meteen dat het mis is. Klassiek gevalletje bocht verkeerd inschatten en eruit vliegen. We stoppen en vragen wat er precies loos is. De Suzuki is onderuit gegaan en heeft nu een gekraakte carterpan. De olie ligt eruit. Dat betekent gewoon einde oefening. De man heeft al wat telefoontjes gepleegd. Wij kunnen niks voor hem betekenen. Gelukkig heeft ie zelf geen letsel. Dat is het belangrijkste.

Twintig kilometer voor Reims, vlak voor het eindpunt zien we ineens de hele groep langs de kant staan. We stoppen. Ik geef de reisleider het geleende geld weer terug. Het was gelukkig niet nodig. Nu met z’n allen in het hotel. Ketting gesmeerd, brommer op slot. Pitten. Morgen verder naar het Zuiden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Alle bedevaart berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.