Met Promotor naar het Peak District

Ieder jaar organiseert Promotor ANWB de zogenaamde redactietoer. Oorspronkelijk een toertje voor de redactie, de naam zegt het al, maar toen namen ze een paar jaar terug wat andere liefhebbers mee en dat is een tikkie uit de hand gelopen. Nu staan er tweehonderdvijftig motorrijders, inclusief duo’s, te trappelen van ongeduld om in Hoek van Holland de boot op te pruttelen. Een prauw van P&O-lines die een poging gaat wagen ons naar Hull te krijgen. De verwachte aankomst aldaar is zaterdagochtend 08:00 uur en dan worden we losgelaten richting Peak District, Yorkshire Dales en Yorkshire Moors. We mogen kiezen. Alle drie de routes in één keer lukt niet. Of je moet wel héél veel spinazie gegeten hebben. Nou, wij niet. Wie zijn wij? De schrijver dezes en Titus Galema. Een Triumph Speed Triple en een BMW GS1200. De eerste zien we niet veel onder de deelnemers, onder de tweede kunnen we begraven worden. Ons plan? Het Peak District. We hebben geen bijzondere reden voor de keuze van het Peak District. Gewoon, omdat het kan.

Vrijdagmiddag, op weg naar Hoek van Holland, om 16:30 uur, ontmoet ik Titus bij de TruckEasy benzinepomp een kilometertje vóór de ferry. En dan gezamenlijk naar de check-in. We zijn niet de enige en dus sluiten we keurig achteraan aan. Ik zet de motor af met de kill-switch. Dat doe ik vaker als ik verwacht het ding snel te moeten starten. We knopen een praatje aan met mensen om ons heen. Het inchecken duurt even. Nogal. Dan mogen we een stukje opschuiven en ik duw de brommer een paar meter vooruit. Voor die ene minuut ga ik het ding niet starten. Pakweg een half uurtje later zijn we bijna aan de beurt. “Hé”, zegt een motorrijder vóór me in de rij. “Je lampen staan nog aan”. Oeps. Inderdaad. Niet meer aan gedacht en ik zet het contact uit. “Bedankt”, zeg ik vriendelijk. Dan checken we in, ik berg de kaartjes op, contact aan, startknop indrukken. “Clack”…hoor ik, en verder niks. Dood. Accu leeg, realiseer ik me meteen. Shit! Ik duw de brommer naar de zijkant, en dan? Een automobilist in een andere rij blijkt een startkabel te hebben, op mijn vragen, maar hij en zijn vrouw kijken me aan alsof ik een enge Neanderthaler van een andere planeet ben. Ze willen helpen, zeggen ze, maar ik zie aan hun ogen…liever niet. En dus rijden ze snel naar de boot. Leuke mensen. Daar zouden we er meer van moeten hebben in Nederland, dan wordt het socialer. Titus en ik doen enkele pogingen de Speed aan te duwen. Geen geluk. Het ding is niet door z’n compressie heen te persen. Dan meldt de P&O-dame vanachter het loket dat ze hun servicemedewerker al gebeld heeft. Wachten, dus. Tenslotte staan Titus en ik alleen bij de check-in, op twee motorrijders na die als laatsten erdoor komen. Ze komen meteen naar ons toe. Het blijkt Remco Severs te zijn, een ANWB wegenwachter die met een tas vol reparatiespullen de toer meerijdt, speciaal om knurften zoals ik te helpen. Hij koppelt een startbooster aan en in no-time pruttelt mijn Speed weer zoals het hoort. Bedankt Remco! We bellen de P&O-service man netjes af en we draaien de boot op.

Niks mis met de ferry. Titus en ik vechten ons in het overvolle restaurant naar het lopend buffet en we scoren een prettig bordje voer. De bediening rukt lekkere biertjes aan. We zitten aan een tafel met zes mannen uit Standdaarbuiten. Gezellige lui. De sfeer zit er lekker in. Dan even een dessert scoren en tenslotte op pad om de boot te verkennen. Er speelt een bandje. Het viertal doet zijn best maar de zangeres kan beter een andere hobby zoeken, wat mij betreft. De glazen op ons tafeltje rammelen en ik dacht aanvankelijk dat het door de motoren van de boot kwam, maar bij nader inzien… De band verkoopt geen CD’s. Da’s jammer. Ik had ze graag allemaal gehad. Op het Sundeck martelt een andere artiest een vleugel en een gitaar. Hij zingt nog valser dan de zangeres van het bandje. Het zijn broer en zus, denk ik. We lopen zo snel mogelijk door naar het buitendek alwaar we zien hoe de trossen naar binnen worden gehaald voor het vertrek.

De volgende ochtend. Het is prima weer, droog met een zonnetje en een prettige temperatuur. De Speed start meteen en we vertrekken richting Peak District. We moeten daarvoor eerst zo’n honderd kilometer stadjes, plaatsjes, tweehonderdvierennegentig rotondes, een stuk snelweg en een stuk platte land wegwerken voordat het eigenlijke Peak District zich ontplooit. Maar dan heb je ook wat! Ik vind het schitterend. Niet eerder zo’n aparte natuur gezien. Gigantische heuvels, haast bergen, waar alleen gras en mos op groeit. Bomen zijn een zeldzaamheid. Eigenaardig. Volgens Titus komt het omdat schapen de verse loten opvreten. Bomen krijgen geen kans om te groeien. Fenomenale uitzichten. Diepe dalen met slingerwegen. Stadjes in de sfeer van kasteel Zweinstein waar je zo Harry Potter zou kunnen tegenkomen. Alsof je vijftig jaar terug in de tijd gaat. Prachtig. Veel stukken van het Peak District hebben een desolate sfeer, met name rond de Cat & Fiddle Inn, maar ik houd ervan. Ik ben niet zo’n bosliefhebber. Al die bomen staan gewoon in de weg, wat mij betreft. In het Peak District heb je daar geen last van. De wegen naar en van de Cat & Fiddle staan bij de locals bekend als geweldige stuurwegen en dat begrijp ik wel. Het is het enige stukje waar je inderdaad wat serieuzer kunt gummen, maar dan nog: ik ben met ANWB-Promotor ook in Catalonië geweest en als je echt wilt sturen, dan moet je toch dáár naartoe. Maar één ding is helder: het Peak District is een geweldige ervaring. Ik ga beslist noch eens terug.

De hele route van zo’n vierhonderdvijftig kilometer is niet zo maar even in een paar uurtjes te doen. Tijd om wat royaler rond te kijken is er niet. Mijn TomTom meld me een geschatte aankomsttijd in Hull van 18:30 uur, wat keurig op tijd zou zijn en dus pompen we lekker door. Titus en ik komen ook over single-track roads die niet veel meer dan veredelde karresporen zijn. Dat schiet dan weer niet erg op. Maar uiteindelijk verlaten we toch het Peak District en vinden de M1 en nog een paar snelwegen. Het is rustig, zo niet stil op de snelweg. We zetten de naald op pakweg honderdzestig km/u, soms even tweehonderd km/u en dan schiet het lekker op. De geschatte tijd van 18:30 klopt vrijwel exact. Inchecken, de boot weer op, brommers vastsjorren, het restaurant opzoeken voor een hapje en een drankje. We vermaken ons prima. Naar de band luisteren we niet. Dat is geen doen. Dan naar de hut en slapen.

Een topweekend. Echt. Ik vind het een geweldig concept. Ja, de routes zijn lang en tijd om af te stappen en rond te kijken is er niet echt, maar je krijgt wel een geweldige en volledige indruk van het landschap. Prima. Je gaat op eigen gelegenheid gewoon nog een keer terug en dan doe je wat je de eerste keer gemist hebt.

Promotor: bedankt! En doe Remco en zijn maat de groeten. Prima jongens! Ik schrijf alvast in voor volgend jaar.

peakdistrict-1 peakdistrict-4 peakdistrict-3 peakdistrict-2 engeland-2 engeland-38 engeland-37 engeland-36 engeland-35 engeland-34 engeland-33 engeland-32 engeland-31 engeland-30 engeland-29 engeland-28 engeland-27 engeland-26 engeland-25 engeland-23 engeland-22 engeland-21 engeland-20 engeland-19 engeland-18 engeland-17 engeland-16 engeland-15 engeland-14 engeland-13 engeland-12 engeland-11 engeland-10 engeland-9 engeland-4 engeland-3redactietoer2016

4 reacties

  1. Marcel Ham schreef:

    leuk verhaal van inderdaad een leuke en mooie rit.
    zelf ook naar het peak district geweest en heerlijk gereden.
    jullie hebben zeer mooie foto’s gemaakt , pik er wat mee voor mijn verslag!
    ook leuk detail dat mijn motor op 1 van jullie foto’s staat 🙂 (foto21)
    zilver grijze for .

    bedankt voor jullie verhaal.

  2. Mink schreef:

    Dat jullie nog tijd hadden om zo veel (mooie) foto’s te nemen!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.