De Alpen rond met twee KTM’s… en een GS1250 (10)

We verlaten Annecy. De bestemming is Gerardmer in de Vogezen. Pakweg driehonderdzestig kilometer omhoog. Blauwe lucht en een voortreffelijke temperatuur. Kan eigenlijk niet beter. Maar wat snel opvalt: het is druk. Van de hoteleigenaar begrepen we dat de Fransen deze zaterdag massaal op vakantie gaan. Dat blijkt. De eerste ongeveer vijftig kilometer gaan door steden, stadjes, en dorpjes en er is inderdaad veel verkeer op de weg. Veel kwetsbare ouderen van vierenzestig die zich van A naar B begeven. De oudjes houden zich keurig aan de snelheden. Dat mag. Niets tegenin te brengen. Ze houden ook een ruime marge. Als ze vijftig mogen rijden ze veertig. Als ze veertig mogen rijden ze dertig. Dat werk. We hebben alle tijd van de wereld want vakantie en dus pruttelen we er achteraan. Die oudjes hebben natuurlijk ook alle gelijk van de wereld. Maar op zeker moment begint het toch te jeuken. Dit schiet niet op. We zijn nou eenmaal Puttings. Die kunnen geen geduld opbrengen. Een slechte gewoonte, ik weet het. En dus beginnen we ons er langs te persen. Want dat gepruttel van die oudjes, dat is geen rijden, dat is de weg blokkeren!

Tenslotte geraken we uit de drukte en komen we in meer landelijk gebied. We rijden de Jura binnen. Groene weiden, groene heuvels, veel bossen en lange dalen. De natuur is prachtig. Hier weinig verkeer. We rijden op ons gemak en slingeren door het groene landschap. Het wegdek is slecht. Een rammelbak. Maar met standje Comfort prima te doen. We klimmen ook. Geleidelijk naar ruim duizend meter. En we komen tamelijk veel wielrenners tegen. Dat ook.

Na de Jura rijden we door het vlakke Franse boerenland. Rechttoe, rechtaan. Er valt niet veel over te melden. Hier en daar slingert de weg zodat er wat te sturen valt. Af en toe wat verkeer dat we inhalen. We lunchen een uitstekend broodje in een kaasboerderij. En door. Dan komen we in de buurt van de Vogezen. En we ontdekken dat we relatief vroeg zijn. Het gaat allemaal vlotter dan verwacht, ondanks de afstand. We gooien de brommers langs de kant en overleggen even. We besluiten nog een lusje binnendoor te doen. Dat lusje voert ons over smalle, stuiterende binnenwegen (geasfalteerde karrensporen eigenlijk) dwars door het landschap van de Vogezen. En dat is prachtig. Mede geholpen door het schitterende weer. Jammer dat ergens een berg grind over de weg is gestrooid. Over een ruime kilometer. Nee, problemen levert het niet op maar het maakt dat we als op eieren rijden. Wandeltempo. En door.

De laatste vijftig kilometer bonken we een snelweg en arriveren we in… Epinal. Want eerder ontdekten we dat prettige hotels in Gerardmer nogal prijzig zijn en Epinal lijkt ons beter geschikt. Cor rijdt voorop en het beoogde hotel in het centrum is snel gevonden. Jawel, kamers zat! Top. De spullen naar de kamer, even een drankje en dan in centrum Epinal rondkijken. Dat is niet verkeerd. Op een schiereiland langs de Moezel vinden we een wandelpromenade met winkels een eettentjes. We strijken neer op een terras vlak langs een zijkanaal waarin knapen in kano’s proberen het snelstromende water te bedwingen. Ik zou zo mee willen doen. Ik heb iets met kano’s. Maar nu even niet. Daarna een pizzaatje wegwerken, een Dame Blanche er achteraan proppen en de dag is weer voorbij.

Alle berichten

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.