Dag 7 – een rondje Frankrijk

Godnondeju! Ik mag het niet meer zeggen van Wim (Wim Hofman, mijn collega die zich op Facebook bemoeit met mijn belevenissen) vanwege mijn aandelen in MoorMotor (denkt ie), maar ik doe het lekker toch: Maurice flikt het weer. Een paar gumwegen aan elkaar plakken. Vandaag reed ik “Ochagavia Noord”. Kolere. De laatste zestig kilometer. Ik weet niet hoe ik dat in een tekstje moet overbrengen. Sodemieters. En dan gewoon welgeteld twee auto’s tegenkomen. Twee! Op dat hele stuk! Fuck die Dollemieten, Zwarte Woud, Alpen. Het stelt allemaal geen ruk voor. Nee, dan hier! Poehééé.

Laat ik bij het begin beginnen. Ik heb me verslapen. Dat is bullshit natuurlijk want op je vakantie kan je je niet verslapen. Vanochtend keek ik met een lodderig oog naar mijn telefoon die afging en ik dacht “Toedeledokie!”. Om negen uur heb ik me toch maar naar het ontbijt gesleept. Dan spullen pakken. Een moordend dilemma doet zich voor. Leren motorjack of doorwaaijack? De lucht is strak blauw en de verwachting is dertig graden. Kan nooit moeilijk zijn zou je denken. Maar Ochagavia ligt op zo’n zevenhonderd meter en het is fris buiten. Nu nog wel. Jaja, dat zijn toch issues waar je Radar nooit over hoort. Ik ga voor spijkerbroek en doorwaaijack. Ik ben een bikkel,

Naar de motor. Anneke, die eergisteren al is aangekomen, is al vertrokken voor haar rit want haar Honda staat er niet. Nee, die zal niet gejat zijn. Ik heb gisteren de lokale bevolking gezien en geloof me, die jatten niet. Dit is zo’n dorpje waar je je portemonnee ‘s-avonds gewoon buiten kan laten liggen, op het terras voor de kroeg, om hem de volgende morgen gewoon in je zak te kunnen stoppen. Gevuld.

Om tien uur op pad. De route voert me over de Col de la Pierre, op de grens tussen Spanje en Frankrijk op zeventienhonderd meter. Ik weet dat het vervelend begint te worden maar ook hier kom ik nauwelijks een levende ziel tegen. Ja, koeien, paarden en geiten. Die wél. Boven op de top, een groot plateau eigenlijk meer, krijg ik geweldige natuur voor ogen. Ruwe rotsformaties, grasland en bomen waar zich de weg doorheen slingert. Op diverse punten een fenomenaal uitzicht. Ik kijk honderden kilometers weg, Frankrijk in. Schitterend! Jullie willen natuurlijk foto’s zien maar die heb ik niet zoveel nu. raar genoeg. Gewoon niet aan gedacht. Wel filmpjes, maar dat netwerk hier wil niet erg. Dikke stront, theezeef…ik schreef het gisteren al.

Een stuk route door Frans heuvelland. Boerderijen, dorpjes, smalle slingerweg. Echt een leuke omgeving. Ik gooi ergens bij een mooi uitzicht de brommer langs de kant en ga gewoon in de berm zitten. Heerlijke temperatuur en ik voel, als ik nu gewoon even ga liggen…. Dan komt er een Franse dame voorbij in haar auto. Ze vindt het blijkbaar een lollig tafereel, draait haar raampje open en begint een verhaal. Ik ontcijfer zowaar iets en klets die vijftien Franse woorden terug die ik ken. Ze lacht. Ik heb geen idee waarom. Wat heb ik gezegd?

Lunchen. Ook zoiets. Ik heb gemerkt dat alleen op een terras achter een bak koffie mijn ding niet is. Nu even niet. De andere kant van de medaille van het alleen op pad zijn. Maar dan is er de Lidl. Een halve liter mineraalwater en twee kaasbroodjes. 2,07 euro aftikken, even snel wegwerken en tien minuten later rijd ik weer. Prima. Het zal me verder jeuken.

Koeienstront. De weg ligt onder. Ik rijd door een vlaai. Gadverjakkie bah! Mijn motorlaarzen zitten ook onder. Daar kan ik vanavond niet meer mee aankomen bij het galadiner van de burgemeester. Dan zie ik langs de weg een snelstromende beek en een doorwaadbare plaats. Een plaat beton waar zo’n tien centimeter water overheen stroomt. Het heeft zo moeten zijn! Ik rijd de brommert op de plaat het water in en ga er zelf naast staan. Probleem opgelost. Hoe simpel kan het zijn.

Ik kom bij het stadje St. Jean Pied de Port. Maurice’ route stuurt me naar een poort in de vestingwal met de bedoeling daar te parkeren en de Citadelle en de straatjes er omheen te bekijken. Het stadje heeft een traditie met wandelaars die op bedevaart gaan naar Santiago de Compostela. Dat ligt een stukkie verderop. Zevenhonderdtwintig kilometer. Ik bedenk wat ik zal doen. Dat bloedeind lopen, daar peins ik niet over. Ook niet met schone motorlaarzen. Maar alleen die paar straatjes zou kunnen. Maar dan moet de tanktas mee en mijn helm. Nee, toch maar niet.

Tenslotte de laatste zestig kilometer terug naar Ochagavia die de volle tweehonderdvijfendertig kilometers volmaken. Daar begint dit stukje mee.

Gadver. Opsodemieteren! Er zit een vlieg in mijn kamer.

Tot morgen!

 

 

Alle berichten toerweek Frankrijk

 

3 reacties

  1. Marcel schreef:

    Ik heb je gewaarschuwd, die grens streek is fantastisch rijden.

    veel plezier en tot volgende week.

  2. JC Putting schreef:

    Kun je eindelijk een dorp bekijken, laat je het weer links liggen vanwege een helm en tanktas. Zo jammer. Misschien volgende keer een topkoffer? O, nee dat is waar, jij bent geen oude “L” Verder beschrijf je het allemaal wel vermakelijk. Nu hier de zon schijnt, krijg ik ook weer zin. Groeten vanuit ons platte land.

  3. Lieneke schreef:

    Je moet een boek gaan schrijven of heb ik iets gemist en ben je er hier al mee bezig??

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.