Catalonië, in Campdevanol (8)

Gisteren aankomst hotel tegelijk met Hans. Hans rijdt Yamaha TDM en heeft een probleempje waardoor hij de route heeft ingekort om snel in het hotel te komen. Wat voor probleempje? Hans wijst naar zijn achterband. Een prachtige glimmende staalgordel blinkt me tegemoet. Juist. Rubber? Welk rubber? “Thuis zat er nog voldoende op” zegt Hans. Daar twijfel ik niet aan maar met een week als deze kan het rap gaan met een band. Hans moet op zoek naar een motorzaak en dus ziet zijn dag er morgen anders uit. Vandaag is een feestdag en alles is gesloten. Beetje vervelend.

Het diner ‘s-avonds, pas rond negen uur, is prima maar het is een beetje weinig. Iets om rekening mee te houden morgen. Die Spanjaarden eten serieus tijdens hun siësta ‘s-middags en de maaltijd ‘s-avonds is bijzaak. Dus morgen moet ik overdag meer eten.

Wekker, wassen, aankleden en naar het ontbijt. Da’s een beetje een chaos. Het hotel is niet berekend op vijfentwintig motorrijders die tegelijk het ontbijt willen wegwerken. Het zaaltje is te klein en het is zoeken naar een vrije plek. Gevonden. Dan koffie. Geen koffie. “Wordt gebracht” roept er iemand. De dame die het regelt werkt zich de tandjes. In haar eentje. Het moet gezegd, het hotel ziet er prachtig uit, sjiek, maar de service is naatje. De vier mensen die het geheel in goede banen moeten leiden is veel te weinig. Misschien vanwege die feestdag? Hebben wij daar iets mee te maken? Nee toch? Drankjes moeten we zelf regelen, als we tenminste die ene ober kunnen vinden. Nee. Dit is het niet. Gelukkig vertrekken we er weer.

De rit vandaag telt honderdvijfenzestig kilometers en dat is te kort. Ik heb gisteravond op de tablet er nog zestig extra gevonden die ik erbij prik. Daarmee komt de afstand op tweehonderdtwintig. Vooruit maar. Rijden. En dat is meteen leuk. Een mooie slingerweg door prachtige natuur. Op een rotonde zie ik een zestal motorrijders staan. Spanjaarden. Local hero’s. Hun motoren zijn niet echt geschikt voor een toerrit van twaalfhonderd kilometer op één dag. Racers. Dat doet me meteen beseffen: rechts houden. Dit soort knapen willen nog weleens met zijn tweeën door een bocht raggen op de andere weghelft. Waar ik dan net als tegenligger zou kunnen rijden. Bijvoorbeeld.

De rit blijft schitterend. Ik moet een paar Cols over die prachtig uitzicht bieden. Schitterende wegen, mooi asfalt. Op sommige is het gooien en smijten maar daar heb ik niet voortdurend zin in. Een andere Col doe ik op mijn dooie gemak. Veel stoppen om foto’s te maken. Dan zie ik dat het snel gaat. In dit tempo ben ik weer om 13:00 uur in het hotel en daar heb ik geen zin in. Ander plan: nog meer stoppen. Ik let op bordjes langs de route die duiden op een bezienswaardigheid. Zo kom ik terecht in een zijdal, een doodlopende weg die eindigt bij een kerkje en twee huizen op een berghelling. Het oogt prachtig fotogeniek. De vrouw des huizes stapt uit de deuropening en kijkt me aan met een blik van “wat mot die gozer?”. Ik houd mijn Nikon omhoog en vraag in iets waarvan ik vermoed dat het in de verte op Spaans lijkt of ik mag fotograferen. “Si” en er volgt een weids armgebaar. Dank u wel. Er komt een hond aangedribbelt die kwispelend aan mijn motorlaarzen ruikt en dan naast de brommer op de grond gaat liggen. Dat snap ik. Als ik die meurende laarzen ruik ga ik ook liggen. De hond houd de wacht en ik geef me over aan hobby twee: fotograferen. Er lopen ook een stuk of zes heel kleine katjes rond. Chihuahua’s.

Ergens langs de route zit een oude, gesloten cementfabriek. De gebouwen, voor een deel ruïne, dienen als museum. Het ziet er prachtig uit. Echt iets voor Urbex, de fotovakterm voor Urban Exploring. Ik zie de borden, rijd erheen en zet de motor neer. Ik vind een opening in het hek en boender door het gras. Iets verderop staat een klein gebouwtje apart, achter iets wat op oude ovens lijkt gezien de hoge schoorstenen. Het lijkt afgesloten maar als ik een deur probeer geeft ie mee. Naar binnen. Het is er een pestbende. Dak is gedeeltelijk ingestort, muren ook en het zonlicht schijnt er doorheen. Dit levert prachtige foto’s op. In een zijmuur zit een deuropening zonder deur en ik stap een flink schemerige kamer binnen. Dan schrik ik me werkelijk helemaal de pestpleuris en geef een schreeuw. In de hoek hangt een kerel aan een touw te bungelen. Godsamme! Een paar seconden later besef ik dat het een pop is. Luguber. Echt wel! Ik rond mijn fotowerk af en ga terug naar de motor om mijn mobiele telefoon te halen om die pop nog eens te fotograferen. Mijn Nikon-foto’s kan ik niet uploaden omdat die hetzelfde kabeltje nodig heeft als mijn helmcamera. Dat kabeltje ligt thuis. Dus. Maar zie de andere foto’s.

Rond 15:15 uur arriveer ik bij het hotel. Een modern ding. Inchecken, kamer opzoeken, spullen droppen en een happie eten. Nu wel.

Alle berichten Catalonië

Campdevanol (5) (Large) Campdevanol (1) (Large) Campdevanol (4) (Large) Campdevanol (3) (Large) Campdevanol (2) (Large)2016-07-02 11_19_36-MyRoute-app WEB20160625_140038 (Large)20160625_141601 (Large)20160625_192702 (Large)20160625_192709 (Large)20160625_195214 (Large)20160625_195314 (Large)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een ruïne

Hieronder een slider met de foto’s die ik in de ruïne maakte waarin ik ook het “lijk” tegenkwam. Je kunt door de foto’s “swipen”. Een fotootje aanklikken toont de foto op groot formaat (werkt alleen in Chrome en Internet Explorer, niet in Firefox).

1 reactie

  1. Henk van Berkom schreef:

    Heel leuk stukje, buiten de cementfabriek vindt ik het een mooie route en een fijne dag. Henk

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.