Alweer een rondje Frankrijk – 9

Het zeikt oude wijven. De lucht is grijs en dat het snel droog wordt, het lijkt er niet op. De weersverwachtingen zijn ook niet erg florissant. We zoeken naar de website met de mooiste voorspelling, allemaal ellende. Tsja. Nou was ik al van plan om vandaag eens niet op de brommer te gaan rijden. Een rustdag, zeg maar. In die zin komt het slechte weer niet vervelend uit. Maar in plaats van brommeren had ik wat willen wandelen in de omgeving. Met mijn fotospullen spelen. In de zeikregen is dat echter geen feestje.

Martine roept rond de klok van elf uur de groep bij elkaar. We bepraten wat alternatieven. Die zijn er eigenlijk niet. Als het dan ineens droog wordt ga ik met een klein groepje toch even de benen strekken. Dat duurt een klein uur en dan begint het opnieuw te spetteren. Rond een uur lunch. Alleen, waar is die ook alweer? Ik loop Valberg in de rondte en ga check de bekende adressen, niks. De laatste is raak. De groep zit al aan tafel. Ik scoor een omelet.  Meteen na de lunch vertrekt Assen-Jan samen met Maurice naar Nice. Om een nieuwe achterband te scoren. Bij Jan is het rubber al haast weg tot de slijtnokken. Dus is het nodig. Bij mij is de nood minder hoog. Nog steeds die twee millimeter. Ik kijk het even aan.

De verveling slaat toe. In Valberg is geen klap te beleven. Het oord is praktisch gesloten. Over twee weken, eind juni, gaat de boel open voor de zomergasten. Dan schijnt het druk te worden maar daar hebben we nu niks aan. Het regent niet meer en ik besluit om toch maar wat te gaan rijden. Dat valt niet tegen. Martine geeft me een route die alles bij elkaar zo’n tachtig kilometer vergt. Dat is te doen. En ik moet zeggen, heerlijk. Alles wat ik de moeite waard vind voor een foto neem ik mee dus veel stoppen. De weg droogt op. Het zonnetje komt zelfs door en het wordt warm. Poeheeee. Ik rijd op mijn dooie gemak door de Gorges de Daluis en daarna een andere Gorges. Stukkie wandelen door de kloof. Dan terug richting Valberg. Zie ik een bordje “Col de la Couillole”. Afstand zeven kilometer. Die neem ik even mee. Die Col stelt geen kloot voor maar de weg er naartoe is leuk gummen. En ik herken ineens verschillende dingen. Vorig jaar, toen ik een weekje Frankrijk met een motormaat deed, hebben we hier ook gereden. Die motormaat had geen zin in al die bochten en vroeg me toen of er niet ergens een makkelijke snelweg in de buurt ligt. Nee. Die ligt er niet. En er snel even eentje neergooien gaat niet lukken. In de Alpen moet je gewoon sturen. Of thuis blijven. Als ik bovenop de Col even stop voor een fotootje stopt ineens kamergenoot Anton naast me. Die was ook een middagje gaan sturen met Ton en Theo. Twee reisgenoten. Ze komen van de andere kant en hebben de route haast klaar. Wat een toeval.

Nog leuke dingen? In de laatste kloof zijn wegwerkers bezig sleuven in het asfalt te frezen. Om leidingen te leggen. Een grote machine met een enorm zaagblad gaat enorm tekeer en verdwijnt haast in een grote wolk stof. Het is een heel fotogeniek beeld en ik wil dus mijn camera pakken. De wegwerker gebaart echter dat ik moet doorrijden. Onlogisch is dat niet. Er is maar een rijstrook beschikbaar en daar sta ik op te tobben met mijn camera. Er komt wat verkeer van de andere kant dat er natuurlijk langs wil. Zoals die touringcar, bijvoorbeeld. Mijn foto gaat niet lukken en ik druk mijn motor achteruit langs de kant zodat de bus kan passeren. De foto komt er niet. Best jammer.

Nu hopen dat het morgen aardig weer wordt. Gewoon droog vinden we al goed.

Alle berichten Rondje Alpen met MoorMotor

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.