Alleen naar de Pyreneeën – dag 20. Een band met Igor

Er is een reden dat ik vandaag (woensdag) voor de derde dag op camping Moto Dordogne ben. Want oorspronkelijk zou ik vandaag onderweg zijn naar het noorden. Naar de Vogezen. Die reden is rubber. Het rubber aan mijn achterkant. Om deze vakantie geen gezeik met banden te hebben heb ik een paar dagen voor vertrek een gloednieuwe achterband laten omleggen. Maar dat gezeik komt toch. Het verhaal van de voorband heb ik al verteld. Nu, na vijfduizend kilometer, is toch de achterband aan de beurt. Er zit nog maar twee millimeter profiel op, inclusief de slijtnokken. En er zijn nog een paar duizend kilometer te gaan. Dus het wordt twijfelachtig of dat gaat lukken. Waarschijnlijk niet. En de laatste dag op de staalgordel rijden, dat wil niemand. Dus heb ik afgelopen maandag gevraagd of campingeigenaar Hans een adresje in de buurt had. Een motorzaak die dit kan fiksen. “Jawel” zegt Hans, “in Le Vigan zit een bevriende Nederlander die dat waarschijnlijk kan”. Hans belt. En jawel. De band wordt besteld. Te leveren en monteren…. deze middag. Hopelijk. Een Bridgestone Battlax BT016 Pro. Prima. Het is zwart en rond en slechte banden worden niet (meer) gemaakt.

Maar laat ik bij het begin beginnen. Vanochtend sprak ik Engelsman Tim die “a little nervous” was. Hij heeft problemen met een lekkende koppelingcylinder van zijn Suzuki V-strom. Gisteravond deed hij al pogingen om het zelf te fiksen. Niet gelukt. Vanochtend vertrekt Tim en probeert naar Bordeaux te komen waar een Suzuki dealer zit die hem hopelijk aan een nieuwe cylinder kan helpen. Dat hij “nervous” is begrijp ik goed. Dat zou ik ook zijn. Dit soort gezeik wil je niet op vakantie. We nemen afscheid en ik wens hem succes. Tim is één van de betere contacten die ik opdeed deze vakantie.

Ook Geert en Tinie vertrekken van de camping. Een mooi stel mensen. Een brommerend echtpaar van in de zeventig dat al jaren samen Europa rondrijdt, elk op de eigen motor. Geert op een dikke BMW S1300. Jazeker! En Geert stuurt er echt mee, heb ik begrepen. En ik? Ik doe opnieuw een rondje Dordogne. Nu een lusje over het zuid-oosten waarbij ik kunstenaarsdorp Saint-Cirq-Lapopie wil bekijken. Een route van honderdzestig kilometer. Een Amsterdammer heeft me verteld welke wegen ik beslist moet rijden en zo vind ik mezelf terug op de D-911. Een mooie stuurweg met nauwelijks (geen) verkeer zodat ik weer eens een Kerst Vissertje doe. Dat betekent: iets meer gas geven dan je normaal zou doen. Dan mag ik de kleinere wegen op waar ik weer verstandig doe en draai ik de kloof in waar Lapopie ligt. Als ik het dorp in het oog krijg… prachtig! Stoppen en foto’s maken. Dan pruttel ik langs het dorp op zoek naar een plekje waar ik de motor kwijt kan zonder dat ik me in het zweet hoef te werken om lopend op dat uitzichtplateau te komen. Want in de volle zon is het opnieuw heet. Ik vind dat plekje. Maar ik heb nog geen vijf meter gelopen of er loopt een man naar me toe die verrekte veel op een BOA lijkt. Wild sticulerend met zijn armen roept hij van alles in mijn richting. Ik begrijp direct dat ik moet opzouten met die motor. En ik snap dat ook wel. Behalve de KTM staat er nu niks maar een uur verder zal er een rijtje brommers staan. En dat willen de bewoners van Lapopie niet. Terecht. Al die naar zweet stinkende leernichten… bah. De BOA wil me naar het parkeerterrein hebben maar dat ga ik niet doen. Dat kost een kaartje. Ik heb al negen euries betaald bij die kutkerk met al die jengelende kinderen.

De route vanaf Lapopie terug naar de camping is prachtig. Vooral de deels in de rotsen uitgehakte weg is erg mooi om te rijden, met dit uitzicht. Als mensen refereren aan de prachtige Dordogne bedoelen ze dit, vermoed ik. Als ik om twee uur de camping op draai krijg ik een melding van Freddy en Hans dat de bestelde band binnen is. Top. “De man heet Igor”, zegt Hans. “Iemand met een lampje op zijn voorhoofd. Kan niet missen!” Ik draai meteen om en zet koers naar Le Vigan. Het is slechts een kwartier rijden. Het opgegeven adres is snel gevonden. Ik zet de KTM voor de deur en loop naar binnen. Achter een balie staat een man met lampje op zijn voorhoofd. “Igor” denk ik. En dat klopt. Aardige vent. Hij heet me welkom en wil de KTM zien. Dat kan. Hij wil er ook graag even op rijden want nieuwsgierig. Dat kan ook. Igor komt na een paar minuten terug en is onder de indruk. Dat snap ik goed. Ik ben er al vijf jaar van onder de indruk. En de kilometerstand van vierennegentigduizend doet Igor opkijken. Nog meer onder de indruk. “Problemen mee gehad”, vraagt hij. “Neen. Nooit”.

Igor heeft een bedrijf waarvan er te weinig zijn. Zo’n prachtig motorallegaartje met klassiekers zoals bijvoorbeeld Honda CB750 van veertig jaar geleden. Igor houdt alles rijdend en aan de praat voor zijn klanten en handelt er een beetje bij. Zelfbouwers heeft zijn voorkeur. Van die fietsen waarbij je met veel fantasie en improvisatie ver komt. De werkplaats is een overzichtelijke bende, aangekleed met posters en allerhande meuk ter verhoging van de feestvreugde. Hij doet alles alleen. Voor de KTM moet hij ook improviseren want een passende paddockstand voor de achterbrug heeft hij niet. Maar hij is niet voor een kleintje vervaard en vindt een oplossing. Top. En dan ziet hij de moer van mijn achterwiel. “Dat gaat me niet lukken. Die maat heb ik niet”. En die heb ik zien aankomen. Want ik heb dit eerder meegemaakt. Triomfantelijk trek ik mijn dop zestig uit de tanktas. “Alsjeblieft!” zeg ik. Opnieuw is Igor onder de indruk.

Het wisselen van de band gaat vlot. Igor werkt serieus en zorgvuldig. Zo hoort het ook. Tussendoor helpt hij een paar Franse klanten. Tenslotte staat de KTM weer netjes op twee wielen. Job done. Afrekenen. En dat valt mijn oog op een Feijenoord vaan die midden in zijn werkplaats aan een paal hangt. Ik kijk er verbaasd naar. “Igor, waar kom jij precies vandaan?” vraag ik. “Ik ben Rotterdammer” antwoord hij. “Ik ben geboren in het Oude Noorden”. Nu pleur ik van mijn stoel. “Ik ben geboren in Bergpolder. Een stuk of wat straten daar vandaan. Ik had met vrienden een motorclub met een clubhuis in de Vinkenstraat” zeg ik. “Ja, dat ken ik goed!”. Geweldig. Igor is veertien jaar geleden naar Frankrijk verhuisd en hier dit motorbedrijf begonnen. We babbelen nog wat heen en weer. De wereld blijkt weer klein te zijn. En ik ben weer een mooi contact en ervaring rijker.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.