15 – Weer naar Santiago. Vers rubber. Schone kleding.

Ik heb via een connectie van bandenboer Frank Switser een afspraak met een motorzaak op een half uurtje rijden van de camping. Dankzij Garmin is de zaak snel gevonden en ik sta er om 09:15 uur voor de deur. Praatje maken. Rubber uitzoeken. Dunlop of Michelin. Mijn eigen merk Continental hebben ze niet op voorraad. Ik doe de Michelin. Een Road 5. Volfgens Frank is dat een prima slof alleen wat slapper van opbouw dan de Conti. We gaan het zien. De receptionist wil me niet in de werkplaats hebben. Vanwege virusrisico. Hij verwijst me naar een café met terras aan de overkant van de straat. Best. Na een kop koffie krijg ik na een half uur een appje. De Michelin ligt eronder. Top. Afrekenen en terug naar de camping. Maar eerst even rondgummen in de omgeving. De Garmin brengt me naar de heuvels boven Tarragona. De Michelin voelt goed maar het glimmende asfalt duidt op slijtage en ik weet dat je daarmee moet oppassen. Geen gekke dingen doen. Rond half 12 ben ik terug op de camping. Job done. Even de brommer inspecteren. Dan valt mijn oog op mijn achterrem. Het dekseltje van het oliereservoir van de rem is foetsie. Het belangrijkste: het rubber afsluitdopje zit er nog in. Met een rol tape plak ik de boel dicht. Ik heb graag dat dat dopje blijft zitten. Anders heb ik geen achterrem meer. Al gebruik ik hem zelden. Je weet nooit.

Na de nattigheid van gisteren voelt alles klam en viezig. Mijn motorpak weegt kilo’s zwaarder door het vocht. Bah. Mijn helm… ook niet fris. Ik besluit om een wasje te doen. In het toiletgebouw neem ik een wastafel en flikker er een berg vuil goed in. Een flacon campingwasmiddel en heet water doen de rest. Een schoonmaakdame naast me bekijkt het argwanend. Ik zie haar denken: “wat staat die ouwe lul nou te doen?” Wassen mevrouw. Ongetwijfeld heeft de (enorme) camping ergens een wasfaciliteit maar ik heb geen zin het uit te zoeken. Op deze manier werkt het ook. Zoveel is het ook niet tenslotte. Na de wasbeurt hang ik de handel over een hek in de zon. Het zal best goedkomen. Ik verwacht half en half dat een toezichthouder gaat verlangen dat ik de spullen weghaal omdat het geen ponem is. Dat gebeurd niet. Mooi.

Een paar uur later. Was droog en schoon, baantjes getrokken in het zwembad, spullen droog, tassen op orde… ik ga me weer mens voelen. Heerlijk. Adrie doet suggesties voor het vervolg. Voor morgen hebben we een goed plan. Spanje uit, de Pyreneeën door en dan eindigen in Céret, net over de grens. Maar daarna? Alle weerapps die we bekijken geven vanaf overmorgen voor zo’n beetje heel Frankrijk netenweer. Fijn. Maar goed. Eerst naar Céret, daarna zien we wel weer. Voor morgen zijn de verwachtingen nog goed. Het gaat vanaf nu hoe dan ook omhoog. Naar het noorden.

Het camping restaurant is sinds kort geopend. Tafeltje gereserveerd. Voor zeven uur ‘s-avonds. Dat is maar goed ook anders hadden we er niet meer bij gekund. De tent zit vol. Met alleen Adrie en ik. Misschien omdat zeven uur vroeg is. De Spanjolen gaan pas om tien uur aan tafel. Of zoiets. Als normale mensen allang de wekker opschroeven. De kaart stelt niet heel veel voor. Adrie wil graag Paëlla. Dat krijg ik niet naar binnen. Echt niet. Viszooi. Niet aan mij besteed. Het restaurant serveert alleen Paëlla voor minimaal twee personen. Dus heeft Adrie pech. Hij doet nog een poging de ober te vermurwen maar die staat met “gezicht op dom, blik op oneindig” en wijst naar de kaart. “Dos!” roept hij vier keer. Dan maar niet. Adrie gaat voor patat, hamburger en nog een vleesdingetje. Kindermenu. Ik doe pizza. Het smaakt me best maar Joop Braakhekke draait zich waarschijnlijk om in z’n graf. Maar ik ben makkelijk. Zolang het niet beweegt… en geen vis is…..

Weer voor de tent. Stukkie schrijven. Adrie bestudeert opnieuw alle weerapps. Het wordt alleen maar beroerder. De grap met die dingen is natuurlijk dat niks zo veranderlijk is als het weer. Maar ik deponeer bij Adrie mijn stelling: “ik ga niet meer met kutweer in een tentje zitten!”. Basta. Kamperen in tentjes vind ik reuzeleuk… als de zon schijnt. En dat is al weken een dingetje in dit deel van Europa. Dus als de vooruitzichten slecht blijven ga ik in één streep naar huis en knijp ik twee keer in mijn remmen bij een goedkoop Formule1 hotelletje langs de snelweg. Adrie denkt er nog even over na. En bestudeert opnieuw de weerapps.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.